.
Sectie 5 van deze handleiding behandelt de werking van alle TIG-Inverter machines van 200 en 300 ampère . Bepaalde kenmerken of opties
waarnaar wordt verwezen, zijn mogelijk niet aanwezig op uw machine. Kijk eerst welk model u hebt, voordat u deze sectie gebruikt.
4-1. Bedieningsfuncties
4
.
Voor alle bedieningsfuncties van het
toetsenbord op het voorpaneel geldt:
druk op de drukschakelaar om het
lampje te laten branden en de functie in
te schakelen.
.
Groen op een naamplaatje duidt op een
TIG-functie, grijs op een beklede elek-
trode functie.
1
Instelknop
Gebruik de instelknop samen met de
desbetreffende functieschakelaar op het
voorpaneel om de waarden voor die
specifieke functie te wijzigen. Zie sectie 4-2.
2
Ampèremeter en parameter display
Zie hoofdstuk 4-4.
SECTIE 4 − WERKING
3
5
6
7
3
Voltmeter
Zie hoofdstuk 4-5.
4
Stroomvorm
Zie hoofdstuk 4-6.
5
Procesregelknoppen
Zie hoofdstuk 4-8.
6
Regelknoppen voor de
uitgangsspanning (Output)
Zie hoofdstuk 4-9.
7
Puls regelknoppen
(DX- en LX-modellen)
Zie hoofdstuk 4-10.
8
Up/Downslope regeling
(DX-, LX- en alle CE modellen)
2
8
9
10
Zie hoofdstuk 4-11.
9
Zie hoofdstuk 4-12.
10 AC golfvormregeling
Zie hoofdstuk 4-13.
11 Stroomsterkteregeling en puntlas
Zie sectie 4-3 voor de stroomsterkterege-
ling.
Zie sectie 4-14 voor de puntlas timer
regeling.
12 Aan/uit schakelaar
Gebruik deze schakelaar om het apparaat
aan en uit te zetten.
1
11
12
207 694-A / 802 452
Instel-regelknoppen
timer regeling
OM-2240 Pagina 21