Figuur 24
1. Hefpunten achteraan
De motorkap openen
De motorkap omhoogtillen
1. Til de handgreep van de rubberen grendels aan
weerszijden van de motorkap op
Figuur 25
2. Til de motorkap op.
De motorkap sluiten
1. Laat de motorkap voorzichtig op het chassis zakken.
2. Bevestig de motorkap door de rubberen grendels uit te
lijnen met de grendelbevestigingen aan weerszijden van
de motorkap
(Figuur
(Figuur
25).
25).
Smering
De machine smeren
Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren/Jaarlijks
(houd hierbij de kortste periode
aan)—Lagers en lagerbussen smeren.
Smeer vaker als de machine in zware
omstandigheden wordt gebruikt.
Type vet: Nr. 2 vet op lithiumbasis voor algemene doeleinden
1. Veeg de smeernippel schoon met een vod zodat er geen
vuil kan binnendringen in het lager of de lagerbus.
2. Gebruik een smeerpistool. Haal de trekker 1 of 2 keer
over om smeervet in de smeernippels van de machine
te pompen.
3. Veeg overtollig smeervet van de machine.
De smeerpunten zijn: de 4 spoorstangeinden
de 2 koppelpennen
(Figuur
Linkerkant getoond
1. Smeernippel
Linkerkant getoond
1. Smeernippel (koppelpen)
30
(Figuur
27).
Figuur 26
2. Spoorstang
Figuur 27
26) en