1
2
Figuur 52
1. Veer van schokbreker
2. Kraag
4. Rol op een vlakke ondergrond de machine 2 tot 3 meter
recht achteruit en vervolgens recht vooruit naar de
plaats waar u vertrok.
5. Herhaal deze stappen, te beginnen met stap
vlucht van de beide voorwielen juist is ingesteld.
6. Meet ter hoogte van de as de afstand tussen de
voorwielen aan de voorkant en de achterkant van de
wielen
(Figuur
53).
G009235
2
Figuur 53
1. Hart-op-hart-afstand –
achterkant wielen
2. Hart-op-hart-afstand –
voorkant wielen
7. Als deze afstand buiten het bereik van 0-6 mm valt,
moet u de contramoeren aan beide uiteinden van de
spoorstangen losdraaien
3
G014994
3. Veerlengte
1
tot de
1
3
3. Middellijn van as
(Figuur
54).
1. Contramoer
8. Draai aan beide spoorstangen om de voorzijde van het
wiel naar binnen of naar buiten te draaien.
9. Draai de contramoeren van de spoorstang weer vast
als de afstelling correct is.
10. Zorg ervoor dat het stuur in beide richtingen volledig
kan uitslaan.
Transaxle-oliepeil controleren
Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren
Type olie: SAE 10W30 (API-onderhoudsklasse SJ of hoger)
1. Parkeer het voertuig op een horizontaal oppervlak,
zet de motor uit, stel de parkeerrem in werking en
verwijder het sleuteltje uit het contact.
2. Verwijder de bout uit het peilgat
Opmerking: Het peil van de transaxle-olie
moet tot aan de onderkant van de opening van de
niveau-aanwijzer staan.
1. Opening van niveau-aanwijzer
3. Als de transaxle-olie niet gelijk is met de onderzijde
van het peilgat, moet u het reservoir vullen met de
aanbevolen olie; zie
45).
44
Figuur 54
2. Spoorstang
(Figuur
55).
Figuur 55
Transaxle-olie verversen (bladz.