De machine stoppen
Belangrijk: Als u de machine op een helling laat
stoppen, moet u de serviceremmen intrappen en de
parkeerrem in werking stellen om te voorkomen dat
de machine van zijn plaats rolt. Als u het gaspedaal
gebruikt om de machine op de helling tot stilstand te
brengen, kan de machine schade oplopen.
1. Haal uw voet van het gaspedaal (
15)).
2. Druk het rempedaal (
in om met de serviceremmen de machine volledig tot
stilstand te brengen.
Opmerking: De lengte van de remweg kan variëren,
afhankelijk van de lading en de snelheid van de machine.
De machine parkeren
1. Stop de machine met de serviceremmen door het
rempedaal ingedrukt te houden; zie
15).
2. Stel de parkeerrem in werking door de
parkeerremhendel op te trekken; zie
(bladz.
15).
3. Draai het sleuteltje van de Aan/Uit-schakelaar linksom
op Uit; zie
Aan/Uit-schakelaar (bladz.
4. Verwijder het sleuteltje uit de Aan/Uit-schakelaar.
Een nieuwe machine inrijden
Onderhoudsinterval: Na de eerste 100 bedrijfsuren—Neem
de richtlijnen voor het inrijden van een
nieuwe machine in acht.
Neem de richtlijnen voor het inrijden van een nieuwe machine
in acht om ervoor te zorgen dat deze goede prestaties levert
en een lange levensduur heeft.
•
Controleer regelmatig het peil van de vloeistoffen en de
motorolie. Let op signalen van oververhitting van de
machine of onderdelen ervan.
•
Na een koude start moet u de motor ongeveer 15
seconden laten warmlopen voordat u de machine
gebruikt.
•
Tijdens de eerste uren van de inrijperiode van een nieuwe
machine moet u krachtig remmen vermijden. Nieuwe
remvoeringen leveren pas na enkele bedrijfsuren optimale
prestaties doordat de remmen dan als gevolg van het
gebruik zijn gepolijst (ingereden).
•
Varieer de snelheid van de machine tijdens het gebruik.
Vermijd snel starten en stoppen.
•
De motor heeft geen inrijolie nodig. De originele
motorolie is hetzelfde type olie dat is voorgeschreven
voor regelmatige olieverversingen.
Gaspedaal (bladz.
Rempedaal (bladz.
15)) langzaam
Rempedaal (bladz.
Parkeerremhendel
16).
•
Zie
Onderhoud van de machine in bijzondere
omstandigheden (bladz. 29)
op rustige momenten.
•
Controleer de stand van de voorwielophanging en
stel deze af indien nodig; zie
voorwielen afstellen (bladz.
De laadbak laden
Neem de volgende richtlijnen in acht bij het laden van de
laadbak en het gebruik van de machine:
•
Hou rekening met het laadvermogen van de machine
en beperk het gewicht van de lading die u in de laadbak
transporteert volgens de specificaties in
(bladz. 17)
en op het label met het toelaatbare
totaalgewicht van de machine
Opmerking: Opmerking: Het nominale laadvermogen
geldt alleen voor gebruik van de machine op een gelijke
ondergrond.
1. Sticker met toelaatbaar totaalgewicht van machine
•
Verminder het gewicht van de lading die u in de laadbak
transporteert als u de machine gebruikt op hellingen en
ruw terrein.
•
Verminder het gewicht van de lading die u in de laadbak
transporteert als het materiaal hoog opgestapeld is (en
een hoog zwaartepunt heeft), zoals een stapel bakstenen,
planken voor tuinelementen of zakken met kunstmest.
Verdeel de lading zo laag mogelijk en zorg ervoor dat
de lading uw vermogen om achter de machine te kijken
tijdens gebruik niet belemmert.
•
Hou ladingen gecentreerd door de laadbak als volgt te
laden:
– Verdeel het gewicht gelijkmatig over de breedte van
de laadbak.
Belangrijk: Het risico om te kantelen is groter
als de laadbak aan één kant zwaarder is geladen.
– Verdeel het gewicht gelijkmatig over de lengte van
de laadbak.
24
voor bijzondere controles
Toespoor en vlucht van
43).
Specificaties
(Figuur
20).
Figuur 20