• Wanneer gebruik wordt gemaakt van een afstandsbediening
voor het wijzigen van de invoer van de modus Geforceerd uit
of Aan/Uit.
[1] Open met behulp van de afstandsbediening de modus
Lokale instelling.
[2] Kies Functienr. "12".
[3] Stel de EERSTE CODENR. in op "1".
[4-1] Stel voor Geforceerd uit de TWEEDE CODENR. in op
"01".
[4-2] Stel voor Aan/uit de TWEEDE CODENR. in op "02".
(Af fabriek ingesteld op Geforceerd uit.)
• Vraag uw klant om de handleiding samen met de bediening-
shandleiding aan de afstandsbediening vast kan blijven zit-
ten.
• Voer geen andere instellingen uit dan in de tabel worden
weergegeven.
11-1 INSTELLING WANNEER EEN OPTIONELE
ACCESSOIRE IS AANGESLOTEN
• Raadpleeg wanneer een als optie verkrijgbare accessoire is
aangesloten, de installatiehandleiding van de als optie ver-
krijgbare accessoire voor de instelling.
11-2 BIJ GEBRUIK VAN DE DRAADLOZE
AFSTANDSBEDIENING
• Bij het gebruik van een draadloze afstandsbediening moet
het adres van de draadloze afstandsbediening worden
ingesteld.
Raadpleeg de installatiehandleiding van de draadloze
afstandsbediening.
11-3 Plafondhoogte instellen (type 100 of lager)
• Wanneer de binnenunit van het type 35 - 100 wordt gemon-
teerd, moet de TWEEDE CODENR. overeenkomstig de pla-
fondhoogte worden ingesteld.
Tabel 4
Plafondhoogte (m)
Type
Type
35,50
60,71
2,7 of
2,7 of
Standaard
minder
minder
minder
Hoog
2,7 -
2,7 -
plafond
3,5
3,5
11-4 INSTELLING FILTERAANDUIDING
• Op de afstandsbediening wordt een melding uitgegeven
omtrent de luchtfilterreinigingstijd.
• Stel het TWEEDE CODENR. in Tabel 5 in overeenkomstig de
hoeveelheid stof of vervuiling in de kamer.
• Hoewel de binnenunit is voorzien van een filter met een lange
levensduur, is het noodzakelijk om het filter, om verstopping
van het filter te voorkomen, periodiek te reinigen. Leg dit
a.u.b. ook uit aan de klant.
• De periodieke filterreinigingstijd kan afhankelijk van de
omgeving korter worden.
Nederlands
Func-
EERSTE
TWEEDE
Type
tienr.
CODENR.
CODENR.
100
3,8 of
01
13 (23)
0
3,8 -
02
4,3
Tabel 5
Filteruren
Vervuiling
(type lange
levensduur)
Normaal
Ca. 2500 uur
Sterker vervuild
Ca. 1250 uur
Met aanduiding
Geen aanduiding
* Gebruik de instelling "Geen aanduiding" wanneer de reinig-
ingsaanduiding niet noodzakelijke is omdat het filter periodiek
wordt gereinigd.
11-5 De ventilatorsnelheid instellen wanneer de
thermostaat uit is
• Stel de ventilatorsnelheid na overleg met de klant in op de
gebruiksomgeving.
Tabel 6
Instelling
De ventilator draait/
Werkt
stopt wanneer de
thermostaat in de
stand Uit staat
Stopt
(Koelen ·
verwarmen)
(Extra
Ventilatorsnelheid
laag)
tijdens koelen
thermostaat UIT
Instelling
(Extra
Ventilatorsnelheid
laag)
tijdens verwarmen
thermostaat UIT
Instelling
11-6 Het aantal aangesloten binnenunits instellen
als een simultaan besturingssysteem
• In een simultaan werkend systeem stelt u de TWEEDE
CODENR. volgens tabel 7 in.
• Zie "INDIVIDUELE INSTELLING VAN SYSTEEM VOOR
SIMULTANE WERKING" voor details over het afzonderlijk
instellen van de master- en slave-units.
Tabel 7
Instelling
Functienr.
Paarsysteem (1 unit)
Simultaan werkend
systeem (2 units)
11 (21)
Simultaan werkend
systeem (3 units)
Tweedubbele multi
(4-units)
11-7 INDIVIDUELE INSTELLING VAN SYSTEEM
VOOR SIMULTANE WERKING
Het is eenvoudiger een optionele afstandsbediening te gebrui-
ken voor het instellen van de slave-unit.
< Procedure >
• Voer de volgende procedures uit bij het apart instellen van de
master- en slave-unit.
• "
" in de tabellen geeft de fabrieksinstellingen aan.
(Opmerking) Het "Functienr." is ingesteld op basis van een
groep. Om een Functienr. voor elke binnenunit
afzonderlijk in te kunnen stellen of de instellin-
gen te bevestigen, moet het Functienr. in de
parenthesis worden ingesteld.
EERSTE
TWEEDE
Functienr.
CODENR.
CODENR.
01
0
02
10 (20)
01
3
02
EERSTE
TWEEDE
Functienr.
CODENR.
CODENR.
01
11 (21)
2
02
01
12 (22)
6
02
01
12 (22)
3
02
EERSTE
TWEEDE
CODENR.
CODENR.
01
02
0
03
04
16