3.2.4.2. PERSOONLIJKE INSTELLINGEN
Er zijn een aantal ongunstige persoonlijke factoren waar duikers rekening mee
kunnen houden door een extra veiligheid in het berekeningsmodel in te bouwen.
De factoren die het risico van decompressieziekte vergroten variëren van dag tot
dag en tussen duikers onderling. De drie persoonlijke instellingen staan tot uw
beschikking als het wenselijk is om uw duikberekeningen conservatiever te maken.
Factoren die de kans op decompressieziekte vergroten zijn onder andere:
blootstelling aan koude: watertemperaturen beneden 20 °C [68 °F]
een slechte lichamelijke conditie en een laag uithoudingsvermogen
vermoeidheid
dehydratatie, uitdroging
een decompressieongeval in het verleden
stress, zwaarlijvigheid etc.
Wanneer een persoonlijke instelling gekozen is, ziet u op het display naast het
duikertje één of twee +-tekens verschijnen (P0 = alleen het duikertje, P1 =
duikertje en +, P2 = duikertje en ++). In hoofdstuk 4.6 leest u hoe u deze instellingen
kunt wijzigen.
55