MOTORBEDRIJF
Uitlaatgas waarschuwing (koolmonoxide)
VOORZICHTIG
Nooit uitlaatgas inademen omdat dit koolmonoxide bevat, dat op
zichzelf kleurloos en reukloos is. Koolmonoxide is een gevaarlijk gas.
Het kan bewusteloosheid en de dood veroorzaken.
Motor nooit in beperkte ruimten (zoals garages of naast gebouwen)
laten draaien. Omgeving van achterste uitlaatpijp vrijhouden van
sneeuw en ander materiaal om opbouw van uitlaatgassen onder de
machine te verhinderen. Dit is vooral van belang bij parkeren tijdens
sneeuwstormen.
CONTROLE VÓÓR BEDIENING
VOORZICHTIG: Omwille van de veiligheid de inspectie uitvoeren met
de motor gestopt.
Motoroliepeil
Motor of machine op een horizontaal vlak plaatsen.
Peilstok uitnemen, met een doek schoonwrijven, geheel inzetten en
weer voorzichtig uitnemen.
Controleer het oliepeil aan de hand van de markeringen op de
peilstok. Het oliepeil moet tussen de markeringen voor hoog peil en
laag peil staan, zoals te zien in de illustratie.
A. Vuldop
B. Vulopening (motorolie)
C. Peilstok
D. Bovengrens
E. Ondergrens
F. Peilstok
Verwijder de vuldop (geel gekleurd) van de kant van de motor waar het
tuimelaardeksel zit.
Vul met motorolie tot aan de bovengrens op de peilstok.
Draai de vuldop met de hand aan. Gebruik geen tang of dergelijk
gereedschap voor het aandraaien.
Inhoudstabel oliecarters
Inhoud motoroliecarter (oliepan) (l)
3IRH2NS, 3IRH2NS−1
3IRH8N
4IRH8N−2
Het duurt enige tijd voordat de motorolie geheel omlaag van de
olievuller naar het carter toe gestroomd is. Tenminste 10 minuten
wachten alvorens het oliepeil te controleren
OPM: Vermijden om olie op de ventilatorsnaar te morsen, daar dit
slippen of slap zitten van de snaar veroorzaakt.
VOORZICHTIG: Tijdens bijvullen met olie, zorgen dat deze niet
gemorst wordt. Bij morsen van olie op motor of machine, grondig
afvegen om gevaar voor brand en persoonlijk letsel en/of materiële
schade te voorkomen.
Ventilatorsnaar controle
Ventilatorsnaar op spanning of abnormaliteiten controleren
Wanneer de snaar midden tussen de ventilatorpoelie en de
dynamopoelie met de duim 7 à 10mm (ongeveer 100 N (10kg) druk)
ingedrukt wordt, is de snaarspanning juist.
Als de spanning te hoog is, heeft dit dynamostoring tot gevolg.
Een losse snaar gaat slippen hetgeen beschadiging van snaar,
abnormaal geluid, slechte accu oplading en oververhitten van motor
kan veroorzaken.
Fig. 16
Controle van koelmiddel peil
Het koelmiddel peil moet tussen de "MAX COLD" en "MIN" streepjes
op de reservetank staan, afhankelijk van de motortemperatuur.
Controleren en verzekeren dat het peil juist is.
VOORZICHTIG: Bij afnemen van de radiatorvuldop terwijl de motor
nog heet is, de dop met een doek bedekken en dan langzaam draaien
om de inwendige stoomdruk geleidelijk te ontlasten. Dit voorkomt dat
personen door de uit de vulopening stromende hete stroom verbrand
worden.
Bijvullen met het juiste koelmiddelmengsel: 50/50 ethyleen
glycol/water
Staat van radiatordop
Na bijvullen met koelmiddel, de radiatordop aanbrengen. Verzekeren
dat de dop veilig aangebracht is.
BEDIENING
5.5
6.7
7.4
7/26E, 7/31E, 7/41, 7/51
87