96
PERIODIEKE INSPECTIE EN ONDERHOUD
Controleer de spanning van de koelventilator−V−riem en stel hem af na
elke 250 uur gebruik vanaf de 2e keer.
Zie "Inspectie na de eerste 50 uur gebruik", deel (2).
Inspectie elke 500 gebruiksuren
(1) Vervangen van het luchtfilterelement
Vervang het luchtfilterelement regelmatig, ook als het niet beschadigd
of vuil is. Reinig de binnenkant van de luchtfilterhouder als u het
element vervangt. Als u een luchtfilter met twee elementen heeft,
verwijder dan niet het binnenste element. Als de motorprestatie nog
steeds niet goed is (of als de stofindicator nog steeds aanslaat op een
filter met een stofindicator) na de vervanging van het buitenste
element, vervang dan het binnenste element.
Inspectie elke 1000 gebruiksuren
(1) Het koelwater vervangen
Als het koelwater is verontreinigd met roest of kalk, wordt het
koelvermogen verminderd. Zelfs in de aanwezigheid van antivries
(LLC) raakt het koelwater verontreinigd, omdat de ingrediënten
uitgewerkt raken. Ververs het koelwater minstens een keer per jaar.
1) Verwijder de dop van de expansietank.
2) Verwijder de onderste radiateurslang van de radiateur en tap het
koelwater af.
3) Sluit na het aftappen van het koelwater de slang weer aan.
4) Vul de radiateur en de motor met koelwater via de expansietank.
Pas op dat u zich niet brandt aan heet water
Wacht tot de temperatuur gedaald is voordat u het koelwater aftapt.
Anders kunnen hete waterspetters brandwonden veroorzaken.
(2) De brandstofinjectieklep controleren en afstellen
Voor deze afstelling zijn specialistische kennis en vaardigheden nodig.
Neem dus contact op met uw dealer. Deze afstelling is nodig voor een
goed ontstekingspatroon, zodat de motor optimaal blijft presteren.
(3) Afstelling speling inlaat/uitlaatklep
Voor deze afstelling zijn specialistische kennis en vaardigheden nodig.
Neem dus contact op met uw dealer. Deze afstelling is nodig voor een
goede timing van het openen en sluiten van de kleppen. Als u deze
afstelling niet verricht, gaat de motor luidruchtig draaien en zijn slechte
motorprestaties en schade het gevolg.
Inspectie elke 2000 gebruiksuren
(1) Het koelsysteem doorspoelen en de onderdelen van het
koelsysteem controleren
Voor dit onderhoud zijn specialistische kennis en vaardigheden nodig.
Neem dus contact op met uw dealer. Roest en kalk hopen zich op in het
koelsysteem in de loop van langdurig gebruik. Hierdoor wordt het
motorkoeleffect verminderd.
In de motoroliekoeler (4TNV98T) gaat de kwaliteit van de motorolie er
snel door achteruit.
Onderdelen koelsysteem: radiateur, koelwaterpomp, thermostaat,
cilinderblok, cilinderkop, oliekoeler (4TNV98T).
(2) Controleren
en
vervangen
koelwaterslangen
Voor dit onderhoud zijn specialistische kennis en vaardigheden nodig.
Neem dus contact op met uw dealer. Controleer regelmatig de
rubberslangen van het brandstofsysteem en het koelwatersysteem.
Vervang ze als ze gebarsten of versleten zijn. Vervang de
rubberslangen minstens elke 2 jaar.
(3) De inlaat− en uitlaatkleppen leppen
Voor dit onderhoud zijn specialistische kennis en vaardigheden nodig.
Neem dus contact op met uw dealer. Deze afstelling is nodig om te
zorgen dat de kleppen goed contact blijven maken met de zittingen
(4) De brandstofinjectie−timing controleren en afstellen
7/26E, 7/31E, 7/41, 7/51
brandstofslangen
en
Voor dit onderhoud zijn specialistische kennis en vaardigheden nodig.
Neem dus contact op met uw dealer.
De onderdelen die verband houden met EPA−emissies
controleren en afstellen.
Voor de inspectie en het onderhoud zijn specialistische kennis en
vaardigheden nodig. Neem contact op met uw dealer of distributeur.
EPA staat een onderhoudsschema voor de op emissie betrekking
hebbende onderdelen toe als volgt:
−
Controleer
brandstofklepsproeie
r en reinig hem
1500 uur gebruik en
kW x 130
daarna
tussenpozen
1500 uur
de
Afstellen, reinigen en
repareren van
de
brandstof−
injectiepomp en de
brandstof−
klepsproeier
3000 uur gebruik en
met
daarna
met
van
tussenpozen
van
3000 uur