17.3 Gebruik van bevelcodes
Opmerking:
Door foutieve instelling van communicatieparameters verschijnt de communicatiefout
"ComErr".
1. Bevelen afgerond met een cijfer, letter of een ander symbool dan [=]:
de bevelen moeten aan de weegschaal worden doorgegeven met een limiter voor elke
bevelcode.
Voorbeeld 1:
2. Bevelen afgerond met het teken [=]:De cijfers moeten aan de weegschaal met de
limiter worden doorgegeven.
Voorbeeld 2:
Voorbeeld 3:
Voorbeeld 4:
Opmerking:
Het aantal posities, decimaal en de ligging ervan in het cijferteken doorgegeven na
het teken '=' zijn gelijk aan deze die als numerieke waarde met het toetsenbord
konden worden ingevoerd.
Men dient hetzelfde aantal decimalen te gebruiken als in de weegmodus.
Deze beperking geldt niet voor bevelen USER=, SOLID= en LIQUID=.
66
PRINT<CR> ... Hetzelfde proces als na drukken van de toets
PRINT
.
TIME=1234 <CR> .. Tijd 12:34 ingesteld als actuele tijd.
P.TARE=1.23 <CR> (voorbeeld voor twee decimalen).
... De waarde 1,23 g wordt ingesteld als de waarde van voorlopig
tarreren.
P.TARE=0.00 <CR> (voorbeeld voor twee decimalen).
... Wist (stelt tegen) de waarde van voorlopig tarreren.
PBS/PBJ-BA-nl-1718