AANVULLENDE VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN VOORIN
A
Hier volgt een aantal aanwijzingen
om elke belemmering bij het opbla-
zen van de airbag of verwonding
door rondvliegende voorwerpen te
voorkomen.
Waarschuwingen inzake de airbag in het stuurwiel
• Verander niets aan het stuurwiel of de naafdop.
• Dek de naafdop niet af.
• Bevestig geen voorwerpen (speldjes, logo's, klokje, telefoonhouder, enz.)
op het stuurwiel.
• Het stuurwiel mag niet worden gedemonteerd. Uitsluitend speciaal opge-
leide RENAULT-monteurs mogen er aan werken.
• Ga niet te dicht achter het stuurwiel zitten, maar rijd met licht gebogen ar-
men ( zie paragraaf "Afstellen juiste zithouding" van hoofdstuk 1), zodat er
voldoende ruimte overblijft voor een goede en effectieve beveiliging door
de airbag.
Waarschuwingen inzake de airbag in het dashboard
• Plak of bevestig niets op het dashboard (speldjes, logo's, klokjes enz.) in de
airbagzone A.
• Houd de ruimte tussen het dashboard en de voorpassagier vrij (geen dier of
pakjes op schoot, geen paraplu of wandelstok tegen het dashboard zetten).
• Laat de passagier nooit zijn voeten op het dashboard leggen. Dit kan zeer
gevaarlijk zijn. Kom niet te dicht (met knieën, hoofd of handen) bij het
dashboard.
• Zodra het kinderzitje van een passagiersstoel verwijderd is, moet u de air-
bags weer inschakelen om de passagier bij een botsing te beschermen.
HET IS VERBODEN EEN KINDERZITJE ACHTERSTEVOREN OP DE
PASSAGIERSSTOEL VOOR TE PLAATSEN ZOLANG DE AIRBAGS
VAN DE VOORPASSAGIER NIET UITGESCHAKELD ZIJN.
"uitschakelen van de passagiersairbags voorin" in hoofdstuk 1.)
(vervolg)
(Raadpleeg de paragraaf
1.33