SLEPEN: pech
1
2
3
Steek de RENAULT card geheel in
de kaartlezer zodat het stuurwiel
wordt ontgrendeld en de remlich-
ten, richtingaanwijzers enz. ge-
bruikt kunnen worden. 's Nachts
moet de auto verlicht zijn.
Bovendien moeten de voorschriften
voor het slepen die in ieder land gel-
den in acht worden genomen en
mag de maximum toegelaten aan-
hangwagenmassa van uw auto, als
deze de trekkende auto is, niet wor-
den overschreden. Raadpleeg uw
RENAULT-dealer.
5
Gebruik uitsluitend de sleepogen 1
aan de voorkant en 4 aan de achter-
kant. Bevestig de sleepkabel nooit
aan de aandrijfassen. Het sleepoog
mag alleen gebruikt worden om de
auto mee te slepen: het mag in geen
geval gebruikt worden om de auto
direct of indirect aan op te hijsen.
Bij
stilstaande
werken de stuur- en rem-
bekrachtiging niet meer.
4
3
Toegang tot de sleeppunten
Verwijder het kapje 2 of 5
Draai het sleepoog 3 zo diep moge-
lijk vast, eerst met de hand, daarna
met de wielmoersleutel uit de ge-
reedschapset.
Het sleepoog 3 is bij het gereed-
schap opgeborgen (raadpleeg de pa-
ragraaf "gereedschap" in hoofd-
stuk 5).
motor
4
3
5
5.33