Hoofdstuk 1 - Vertrouwd raken met uw motorinstallatie
Speciale functies digitale gas- en schakelbediening (Digital Throttle And Shift; DTS)
Het DTS-systeem heeft verschillende alternatieve gebruiksmodi voor de hendels van de elektronische afstandsbediening
(ERC).
Item Bedieningsorgaan
a
Trimbediening (hendel)
b
Stop/Start
c
TRANSFER (overdracht) Maakt het mogelijk om de besturing over te dragen naar een ander dashboard.
d
Throttle-only (Alleen gas)
e
+
f
–
g
Dock (aanleggen)
h
Neutraallampje
Elektronische afstandsbediening met twee hendels (ERC)—Bediening en afstelling
Bediening
De elektronische afstandsbedieningshendel (ERC) regelt het schakelen en gasgeven. Duw de bedieningshendel naar
voren vanuit neutraal tot aan de eerste arreteerstand om de versnelling op vooruit te zetten. Duw de hendel verder naar
voren om het toerental te verhogen. Trek de bedieningshendel vanuit de voorste stand naar de neutraalstand om snelheid
te minderen en uiteindelijk te stoppen. Trek de bedieningshendel naar achteren vanuit neutraal tot de eerste arreteerstand
om de versnelling in de achteruit te zetten. Trek hem verder naar achteren om de snelheid in achteruit te verhogen.
NB: In bepaalde modi wordt de versnelling bepaald door de elektronische schakelregeling (ESC), niet door de stand van de
ERC-hendels. Wanneer u de joystick of Skyhook gebruikt, zet de computer de aandrijving in en uit de versnelling, ook al
staan de hendels in neutraal.
c
De hoeveelheid kracht die nodig is om de hendels te verstellen en om de hendels de arreteerstanden te laten doorlopen is
instelbaar, om ongewenste beweging van de hendel te voorkomen.
Bladzijde 10
a
ERC met plat kompashuisje
Zet de hekaandrijving hoger of lager voor optimale efficiëntie of in geval van varen in ondiep water, vervoer op een
aanhanger enz.
Hiermee kan de bestuurder de motor starten of stoppen zonder de contactsleutel te gebruiken. Voor gebruik van de start/
stop-schakelaar moet de contactsleutel in de stand Run staan.
Hiermee kan de bootbestuurder het motortoerental opvoeren voor warmdraaien zonder de transmissie in versnelling te
schakelen.
Verhoogt de helderheidsinstelling op de CAN-pad, VesselView en de SmartCraft-meters.
Verlaagt de helderheidsinstelling op de CAN-pad, VesselView en de SmartCraft-meters.
Verlaagt het acceleratievermogen van de bedieningshendel tot circa 50% van het normale acceleratievermogen.
Gaat branden als de aandrijving in neutraal staat. De lampjes knipperen als de motor in de modus alleen-gas staat.
b
STOP/
START
h
N
c
g
DOCK
TRANSFER
d
THROTTLE - ONLY
e
f
Functie
a -
Vooruit
b -
neutraal
c -
Achteruit
a
51902
90-8M0116028
b
52365
DECEMBER 2015
nld