13.2 Inbedrijfstellingsprotocol
Beschrijving van het apparaat
Type
Model
Softwareversie
Controlepunten
Plaats van de boiler, afstand tot de muur
Stroomrichting van de koelvloeistoffen
Lekdichtheid van de koelmiddelkoppelstukken
Druk tijdens aftappen voorafgaande aan het vullen
Aftaptijd en buitentemperatuur tijdens het aftappen
Controlepunten
Aanwezigheid van de aanbevolen uitschakelautomaat (kromme D)
Aandraaikoppel van de aansluitklemmen
Scheiding van de voedings- en signaalkabels
Installatie en plaats van de sensors
Controlepunten
Controleer de aansluitingen op lekdichtheid.
Controleer de waterdruk
Geen storingscodes op de regelaar
Controleer de temperatuur van het sanitair warmwater om de goede werking van het apparaat
te garanderen.
Indien de gemeten waarde niet juist is, controleer dan de plaats van de sensor in de dompelbuis.
Start van de compressor
Warmteoverdracht naar de sanitair warmwaterboiler
Bijverwarming in werking
Leg de gebruiker uit hoe het product werkt
13.3 Onderhoudsprotocol
7629870 - v04 - 10022016
13.2.1 Betrokken apparaat
Vul in
13.2.2 Algemene controlepunten
13.2.3 Elektrische controlepunten
13.2.4 Punten die moeten worden gecontroleerd na
inbedrijfstelling
Opmerking
Zie hoofdstuk 9
onderhoudswerkzaamheden'.
Gecontroleerd?
Gecontroleerd?
Gecontroleerd?
.
2 'Standaard inspectie- en
13 Bijlagen
NL
55