6 Installatie
6.4
Elektrische aansluitingen
32
6.4.1 Aanbevelingen
Waarschuwing
● De elektrische aansluitingen moeten altijd spanningsloos
worden uitgevoerd en alleen door erkende installateurs.
● Om de conformiteit van de elektrische installatie te
garanderen moet het apparaat worden gevoed door
een stroomkring met een alpolige schakelaar met een
contactpuntafstand van meer dan 3 mm. De stroomkring moet
worden beveiligd door zekeringen of schakelautomaten die
zijn gekalibreerd volgens het vermogen van de boiler.
● De apparatuur moet worden aangesloten in overeenstemming
met de Europese normen en in alle gevallen moeten
aansluitingen voldoen aan de geldende nationale normen.
De stroomkring moet zijn beveiligd door een 30-mA
differentieelschakelaar.
● Het apparaat moet elektrisch zijn aangesloten dmv. een
geschikte stijve kabel met passende aderdoorsnede die onder
andere een groen/gele aardgeleider bevat. Raadpleeg de
geldende nationale regelgeving inzake elektrische installaties.
Het minimum zal 3 x 2,5 mm² enkelfasig zijn voor een
vermogen tot 3.000 W.
● Het apparaat moet worden aangesloten op een
wisselspanningsnet. Leg het apparaat aan de aarde vóór het
maken van elektrische verbindingen. Aarding van de metalen
delen is uiterst belangrijk. Dit wordt gedaan via de aardklem.
● De boiler moet worden beveiligd met elektrische zekeringen
die overeenkomen met het vermogen op het typeplaatje.
Voer de elektrische aansluitingen van het apparaat uit volgens:
● De voorschriften van de geldende normen;
● De aanwijzingen van de met het apparaat meegeleverde elektrische
schema's;
● De aanbevelingen in deze handleiding.
De aarding dient te voldoen aan norm NFC 15-100.
De voeding komt via de al geïnstalleerde aansluitkabel in de schakelkast
(~230 V, 50 Hz).
7629870 - v04 - 10022016