Opstarten
Ken de bedieningsorganen
Richtings-/snelheidspedalen
De richtings-/snelheidspedalen zorgen ervoor dat de
LineDriver naar voren en naar achteren gaat. Bij het
omschakelen van voorwaarts naar achterwaarts activeert
u een remactie. Wanneer beide voeten van de pedalen
worden verwijderd, stopt de LineDriver. Gebruik één of
beide voeten om de pedalen te bedienen.
ACHTERUIT
Parkeer-/noodrem
De parkeer-/noodrem stopt de machine in geval van
nood en voorkomt dat deze gaat rollen als ze geparkeerd
staat. Om de parkeer-/noodrem in te schakelen, drukt u
het rempedaal stevig in tot het vastklikt. Om te
ontgrendelen, drukt u op de onderste rand van het
rempedaal.
3A6628D
VOORUIT
Snelheidsschakelaar
™
ExactMil
Snelheidsregelingsmodus
ExactMil-modus zorgt voor een consistente verfdikte
door de snelheid constant te houden. Om de
ExactMil-modus in te schakelen:
1. Stop met bewegen. Draai de snelheidsregelknop
geheel linksom.
2. Stel de snelheidsschakelaar in op de
ExactMil
-stand.
3. Trap het pedaal in om naar voren te gaan. Stel de
snelheidsregelknop in op de gewenste snelheid.
OPMERKING: De ExactMil-snelheidsregeling is alleen
actief als u vooruit rijdt. De achterwaartse snelheid
wordt niet geregeld. De ExactMil-snelheidsregeling
beperkt de maximale snelheid die met het pedaal
kan worden verkregen.
Om de ExactMil-modus uit te schakelen:
•
Zet de snelheidsschakelaar terug in de middelste stand.
Volle snelheidsmodus
Stel de snelheidsschakelaar in op de middelste
Hierdoor is een voorwaartse snelheid van 16 km/u
(10 mph) en een achterwaartse snelheid van 11 km/u
(7 mph) mogelijk.
Opstarten
stand.
7