OPMERKING: De handgreep van het lijnmarkerings- of
freesapparaat zwaait omhoog/omlaag als de
hellingbaan wordt op- of afgereden. Houd de benen vrij.
De accu's opladen
Het vervangen en opladen van de accu mag enkel
gebeuren in een goed geventileerde ruimte en uit de
buurt van ontvlambare of brandbare materialen,
waaronder verf en oplosmiddelen. De lader kan
tijdens het opladen heet worden. Raak deze niet aan.
Zie de handleiding van de oplader voor meer
informatie.
De lader kan op elk moment worden gebruikt wanneer
de LineDriver niet in gebruik is. Wanneer de accu's
volledig zijn opgeladen, stopt de oplader automatisch.
Als de LineDriver gedurende langere tijd wordt
opgeslagen, kunnen de accu's uit zichzelf zover
ontladen, dat de lader automatisch de accu's weer
oplaadt. Voor een optimale levensduur van de accu
moet de lader altijd aangesloten blijven.
Loodaccu's kunnen zichzelf in slechts 3 maanden
ontladen, afhankelijk van de opslagtemperatuur.
Naarmate de opslagtemperatuur hoger is, zal de accu
zichzelf sneller ontladen. Om schade aan de accu te
voorkomen, is het belangrijk ervoor te zorgen dat deze
opgeladen blijft.
Wanneer accu's de fabriek verlaten, zijn ze volledig
opgeladen. In verband met zelfontlading dient u de accu
vóór het eerste gebruik op te laden. Het duurt ongeveer
18 uur om een volledig lege accu op te laden,
en ongeveer 8 uur om de accu tot 3/4 vol te laden.
OPMERKING: De acculevensduur is afhankelijk van
de ontladingsdiepte per cyclus. Een accu die tot 50%
wordt ontladen, doorloopt tijdens zijn leven twee keer
zo veel cycli als een accu die elke cyclus tot 100%
wordt ontladen.
1. Plaats het apparaat op een droge, goed
geventileerde plaats en uit de buurt van
ontvlambare of brandbare stoffen, waaronder verf
en oplosmiddelen.
2. Plaats de machine zo dat de wielen op een werkelijk
geaarde ondergrond staan, en niet op bestrating.
3A6628D
LET OP
3. Zorg dat de voedingsschakelaar in de OFF-stand
staat.
4. Steek de stekker van het oplaadsnoer in de
laadpoort van het apparaat. Sluit een verlengsnoer,
conform de opladerhandleiding, aan op het
oplaadsnoer en steek de stekker in een
wandcontactdoos.
Deze apparatuur moet worden geaard om het risico
op statische vonken en elektrische schokken te
verminderen. Een elektrische of statische vonk kan
tot gevolg hebben dat dampen ontbranden of
ontploffen. Een onjuiste aarding kan elektrische
schokken veroorzaken. Een goede aarding biedt de
elektrische stroom een ontsnappingsdraad.
Gebruik altijd een stopcontact dat goed is geïnstalleerd
en geaard conform alle ter plekke geldende regels en
voorschriften.
Pas de meegeleverde stekker niet aan. Als deze niet in
het stopcontact past, laat een gediplomeerde elektricien
dan het juiste stopcontact installeren.
Voedingsvereisten
•
Voor alle modellen moet dezelfde type acculader
worden gebruikt. Zie Technische specificaties,
pagina 35, voor de stroomvereisten.
Bediening
11