Druk instellen
Drukinstellingen kunnen uitsluitend bij lopende dieselmotor worden uitgevoerd. Daar-
om:
- Dieselmotor starten, rijhendel (15)
op nul draaien (voorzorgsmaatregel tegen ongewenste vooruitbeweging).
- „Drijfstand" activeren met schakelaar (63).
Voor balkbelasting/-ontlasting:
- Rijhendel (13) op de middelste stand
zetten.
- Functie balkbelasting (70) of balkont-
lasting (71) activeren (LED AAN).
- Druk instellen met regelklep (A), afle-
zen op manometer (B).
Als balkbelasting/-ontlasting nodig is en
A
er met automatische nivellering (niveau-
sensor en/of dwarshelling) wordt ge-
werkt,
verandert
(materiaalinbouwdikte).
De druk kan ook tijdens het inbouwen
A
worden ingesteld of gecorrigeerd.
(max. 50 bar)
Druk voor balkbesturing bij inbouwstop + ontlasting instellen:
- Rijhendel (13) op de middelste stand zetten.
- Functie „drijfstand" (63) activeren (LED AAN).
- Druk instellen met regelklep (C), aflezen op manometer (A).
(20 bar basisinstelling)
de
compressie
A
B
20
0
C
D 41 31