Samenvatting van Inhoud voor Mitsubishi Electric FR-A741-5.5K
Pagina 1
MITSUBISHI ELECTRIC FREQUENTIEOMVORMER Installatiebeschrijving FR-A741-5.5K aan 55K 03 11 2010 INDUSTRIAL AUTOMATION Versie A MITSUBISHI ELECTRIC...
Bedankt dat u voor een frequentieomvormer van Mitsubishi Electric hebt gekozen. Om een foutloos gebruik te garanderen, leest u deze handleiding alsmede het handboek bij de frequen- tieomvormers van de serie FR-A701. Om het product te gebruiken, moet u volledig op de hoogte zijn van de apparaten, veiligheidsvoorzienin- gen en aanwijzingen.
Opstellingsdatum Artikelnummer Revisie 11/2010 pdp-sfr Eerste editie Voor maximale veiligheid De frequentieomvormers van Mitsubishi zijn niet geconstrueerd of gebouwd voor gebruik met andere apparaten of sys- temen die levensbedreigend kunnen zijn. Als u dit product binnen een toepassing of een systeem, zoals bv. het vervoer van personen, bij medische toepassin- gen, lucht- en ruimtevaart, atoomenergie of binnen onderzeeërs wilt gebruiken, neem dan contact op met uw Mitsubishi- partner.
Pagina 5
Paragraaf over veiligheidsrichtlijnen Lees deze installatiebeschrijving volledig door vóór de installatie, de eerste inbedrijfstelling en de inspectie alsmede het onderhoud van de fre- quentieomvormer. Gebruik de frequentieomvormer alleen als u op de hoogte bent van de uitrusting, de veiligheids- en de gebruiksvoorschriften. In de installatiebeschrijving zijn de veiligheidsmaatregelen in twee klassen onderverdeeld, GEVAAR en LET OP.
Pagina 6
Bedrading LET OP Sluit op de uitgangen geen door Mitsubishi niet hiervoor vrijgegeven modules (zoals bv. condensatoren voor de verbetering van de cos phi) aan. De draairichting van de motor komt alleen overeen met de draairichtingsopdrachten (STF, STR) als de fasevolgorde (U, V, W) wordt aangehouden. Diagnose en instelling LET OP Stel vóór de inbedrijfstelling de parameters in.
1 INSTALLATIE Neem de frequentieomvormer uit de verpakking en vergelijk de gegevens van de kenplaat op de afdekking aan de voorkant en de gegevens van het typeplaatje aan de zijkant van de frequentieomvormer met de gegevens van uw bestelling. 1.1 Modelaanduiding A741 Symbool Spanningsklasse...
Pagina 8
INSTALLATIE 1.3 Algemene veiligheidsmaatregelen Voordat u met de bedrading of het onderhoud begint, dient u de netspanning uit te schakelen en een wachttijd van min- stens 10 minuten in acht te nemen. Deze tijd is nodig, zodat de condensatoren zich na het uitschakelen van de netspan- ning naar een ongevaarlijke spanningswaarde kunnen ontladen.
3 AANSLUITING 3.1 Bedrading Positieve logica Aansluitklemmen *1 Op de klemmen P/+ en N/- mogen geen externe apparaten Signaalklemmen worden aangesloten. 3-fasige AC-stroom- voorziening Motor Jumper *2 Voor de aparte spanningsvoorziening Vermogensdeel van de regelkring verwijdert u Aarde de bruggen en sluit de net- spanning aan op de klemmen R1/L11 Regelkring en S1/L21.
In de onderstaande tabellen vindt u een dimensioneringsvoorbeeld voor een kabellengte van 20 m. Aansluitingen, aanhaalmomenten en te gebruiken kabelschoenen Kabelschoenen Schroefklemmen * Type frequentieomvormer Aanhaalmoment [Nm] R/L1, S/L2, T/L3, P1, + U, V, W FR-A741-5.5K FR-A741-7.5K 5,5-4 5,5-4 FR-A741-11K 5,5-5 5,5-5 FR-A741-15K FR-A741-18.5K...
AANSLUITING 3.3.2 Toegestane lengte van de motorleiding De totale lengte van de motorleidingen mag bij de aansluiting van één of meerdere motoren 500 m niet overschrijden. Bij vectorregeling mag de lengte niet groter zijn dan 100 m. De genoemde lengtes gelden voor het gebruik van niet afgeschermde motorleidingen. Bij gebruik van afgeschermde mo- torleidingen moeten de tabelwaarden van de kabellengten worden gehalveerd.
AANSLUITING 3.4 Aansluitklemmen van de regelkring 3.4.1 Toewijzing van de klemmen Klemschroeven: M3,5 Aanhaalmoment: 1,2 Nm 3.4.2 Bedradingsaanwijzingen De klemmen PC, 5 en SE zijn referentiepotentialen voor de I/O-signalen en van elkaar geïsoleerd. De klem PC of SE mag niet met klem 5 worden verbonden. Bij positieve logica wordt de bijbehorende regelfunctie geactiveerd door een verbinding met de klem PC (STF, STR, STOP, RH, RM, RL, JOG, RT, MRS, RES, AU en CS).
VEILIGHEIDSMAATREGELEN VOOR HET GEBRUIK 4 VEILIGHEIDSMAATREGELEN VOOR HET GEBRUIK De frequentieomvormers van de serie FR-A701 zijn zeer betrouwbaar. De levensduur kan echter worden gereduceerd door een onjuiste aansluitingsbedrading of bediening. In het ergste geval kan dit leiden tot beschadiging van de frequen- tieomvormer.
Pagina 16
Aanwijzingen voor het gebruik met cyclisch veranderende belastingen Het vaak starten en stoppen van de aandrijving of een cyclisch gebruik met wisselende belasting kan door de tempera- tuurwijzigingen binnenin de transistormodule leiden tot een vermindering van de levensduur van die module. Doordat deze “thermische stress”...
BEVEILIGING VAN HET SYSTEEM BIJ UITVAL VAN DE FREQUENTIEOMVORMER 5 BEVEILIGING VAN HET SYSTEEM BIJ UITVAL VAN DE FREQUENTIEOMVORMER Bij het optreden van een storing geeft de frequentieomvormer een alarmsignaal af. Er bestaat echter de mogelijk- heid dat de storingsherkenning van de frequentieomvormer of de externe schakeling voor analyse van het alarmsig- naal faalt.
Pagina 18
6 PARAMETER Voor een eenvoudige aandrijving met toerentalaanpassing kunnen de fabrieksinstellingen van de parameters ongewijzigd worden gebruikt. Stel de betreffende belastings- en bedrijfsspecifieke parameters in overeenkomstig de belasting en de bedrijfsomstandigheden. De instelling, het wijzigen en de controle van parameters kan plaatsvinden via het bedieningspa- neel.
PARAMETER Fabrieksin- Fabrieksin- Parameter Betekenis Instelbereik Parameter Betekenis Instelbereik stelling stelling 0, 5 tot 8, 10 tot 0 tot 500 A, Motorbekrachtigings- 9999 14, 17 tot 20, 22 9999 Weergave van de be- stroom tot 25, 32 tot 35, dieningseenheid Nominale spanning 50 tot 57, 100 0 tot 1000 V...
Pagina 20
PARAMETER Fabrieksin- Fabrieksin- Parameter Betekenis Instelbereik Parameter Betekenis Instelbereik stelling stelling Versterking voor inge- Spanningsreductie bij 0, 1 0 tot 400 Hz 60 Hz stelde waarde op klem stroombegrenzing 2 (frequentie) Inschakelvoorwaarde 0, 10 Versterking voor inge- RT-signaal 0 tot 400 Hz 60 Hz stelde waarde op klem 0 tot 31, 100,...
Pagina 21
PARAMETER Fabrieksin- Fabrieksin- Parameter Betekenis Instelbereik Parameter Betekenis Instelbereik stelling stelling Functietoewijzing Standtijd van de (0 tot 100 %) 100 % JOG-klem hoofdkringcapaciteit Functietoewijzing Meting van de stand- 0, 1 (2, 3, 8, 9) CS-klem tijd van de hoofdkring- 0 tot 9, 12 tot 20, capaciteit 22 tot 28, 42 tot Functietoewijzing...
Pagina 24
PARAMETER Fabrieksin- Fabrieksin- Parameter Betekenis Instelbereik Parameter Betekenis Instelbereik stelling stelling 4 laagwaardige 4 laagwaardige 0 tot 9999 0 tot 9999 plaatsen plaatsen 4 hoogwaardige 4 hoogwaardige 0 tot 9999 0 tot 9999 plaatsen plaatsen 4 laagwaardige 0 tot 9999 Remote output-functie 0, 1, 10, 11 plaatsen Decentrale outputge-...
Pagina 25
PARAMETER Fabrieksin- Fabrieksin- Parameter Betekenis Instelbereik Parameter Betekenis Instelbereik stelling stelling Reactietijd voor Proportionele verster- 0 tot 3600 s, 0 tot 1000 % 60 % uitgangsuitscha- king 1 bij toerentalre- 9999 keling geling Reactiedrempel Insteltijd 1 bij toeren- 0 tot 20 s 0,333 s 0 tot 400 Hz 0 Hz...
Pagina 26
PARAMETER Fabrieksin- Fabrieksin- Parameter Betekenis Instelbereik Parameter Betekenis Instelbereik stelling stelling Offset van de Activering van de 0 tot 200 % 100 % analoge input tussenkringgelei- 0, 1, 2 ding van de uit- Keuze 0, 1 gangsfrequentie remwerking Spannings- 300 tot 800 V 780 V DC Duur van de toe- drempelwaarde...
Pagina 27
PARAMETER Fabrieksin- Fabrieksin- Parameter Betekenis Instelbereik Parameter Betekenis Instelbereik stelling stelling Aan de offset-frequen- Versterking van het in- tiewaarde toegewezen putsignaal bij klem 1 0 tot 300 % 20 % 0 tot 300 % 100 % offset-waarde van het (draaimoment/magne- (904) (920) inputsignaal bij klem 4...
Als u geen oorzaken van fouten of geen defecte onderdelen kunt vinden, neem dan contact op met de service van MITSUBISHI ELECTRIC en geef een precieze beschrijving van de om- standigheden rondom de fout.
FOUTENDIAGNOSE 7.2 Overzicht van de foutmeldingen Aanduiding op het bedie- Aanduiding op het bedie- Betekenis Betekenis ningspaneel ningspaneel E - - - Alarmlijst E.PTC * PTC-thermistor-activering Vergrendeling van het bedienings- Fout in relatie tot het aansluiten van HOLD E.OPT paneel een (externe) uitbreidingseenheid Fout in de intern (uitbreidingsslot) E.OP3...
A BIJLAGE A.1 Vereisten volgens de Europese richtlijnen A.1.1 EMC-richtlijn Onze mening over frequentieomvormers met transistor en de EMC-richtlijn Een frequentieomvormer met transistor is een product dat bedoeld is voor in een schakelkast en samen met andere ap- paraten dient voor besturing van machines/installaties. Daardoor geldt de EMC-richtlijn niet direct voor frequentieomvor- mers.
BIJLAGE Bescherming bij de bedrading Gebruik zekeringen van de klasse T, die UL- en CUL-gecertificeerd zijn, en voer de aftakkingen uit volgens de onderstaan- de tabel. FR-A741- 018.5 Nominale spanning [V] Min. 480 V Nominale stroom [A] * * De nominale stroom voldoet conform de voorschriften van de National Electrical Code aan de maximaal toegestane nominale stroom. De precieze grootte moet afhankelijk van de betreffende installatie worden gekozen.
BIJLAGE A.2 UL- en cUL-certificering (UL 508C, CSA C22.2 nr.14) A.2.1 Algemene veiligheidsinstructie Voordat u met de bedrading of het onderhoud begint, dient u de netspanning uit te schakelen en een wachttijd van mins- tens 10 minuten in acht te nemen. Deze tijd is nodig, zodat de condensatoren zich na het uitschakelen van de netspanning naar een ongevaarlijke spanningswaarde kunnen ontladen.
BIJLAGE A.2.5 Overbelastingsbeveiliging van de motor De frequentieomvormers FR-A701 beschikken over een UL-gecertificeerde, interne elektronische motorbeveiligingsfunctie. Als u de stroominstelling van de elektr. motorbeveiliging als overbelastingsbeveiliging van de motor gebruikt, stelt u in de parameter Pr. 9 Stroominstelling voor elektr. motorbeveiliging de nominale motorstroom in. De onderstaande afbeelding toont de karakteristieken van de overbelastingsbeveiliging van de motor.