Inhoudsopgave
Advertenties
D. Richtlijnen voor het aanbrengen van de spanningsensor draden bij meerdere lasbogen
Secundaire
boog
Secundaire
boog
Massaklem
Secundaire boog
Secundaire
boog
OM-2223 Pagina 16
Spanningsensor
draden
Spanningsensor
draden
Draad
Massa-
klem
Draad
Secundaire boog
Spanningsensor draden
Draad
Spanningsensor
draden
Massa-
klem
Draad
Spanningsensor draden
Spanningsensor
draden
Draad
Massa-
klem
Draad
Secundaire boog
Draad
SLECHT
Lasstroombron
De stroom van de primaire draad
beïnvloedt de sensor van de
secundaire.
De stroom van de secundaire
draad beïnvloedt de sensor van
de primaire.
Secundaire boog
Geen van beide sensordraden
Lasstroombron
registreert de juiste werkspanning
waardoor het starten en de las-
boog onstabiel zijn.
Draad
Lasstroom-
BETER
bron
De primaire sensordraad wordt
alleen beïnvloed door de las-
stroom van de primaire boog.
De
wordt alleen beïnvloed door de
lasstroom van de secundaire
Secundaire boog
boog.
Lasstroom-
Als gevolg van een spanningsval
over het werkstuk kan de
bron
spanning te laag zijn, waardoor
moet worden afgeweken van de
standaard procedures.
Draad
Lasstroom-
BEST
bron
Beide sensordraden liggen buiten
het stroomgebied.
Beide sensordraden meten de
boogspanning nauwkeurig.
Geen spanningsval tussen de
Secundaire boog
primaire en secundaire sensoren.
De beste start, lasboog en meest
Lasstroom-
betrouwbare resultaat.
bron
secundaire
sensordraad
Ref. 804 108-A
Advertenties
Inhoudsopgave
