OM DE 500 WERKUREN (Om de drie maanden)
Hendels en verbindings-
punten – Smeren
1
Afb. 36 Motorkap
1. Scharnieren
Voorfilter – Reinigen
3
2
1
Afb. 37 Motor
1. Schroef
2. Glasreservoir
3. Zeef
Dieselmotor – Olie
verversenen filter vervangen
1
2
Afb. 38 Linker motorzijde
1. Aftapplug
2. Oliefilter
24
Smeer de scharnieren (1) van de motorkap en de rails
van de chauffeursstoel in met vet, de overige
verbindingspunten en de hendels met olie. De schar-
nieren van de cabinedeuren moet gesmeerd worden
met vet.
Zie de smeermiddelenspecificatie.
Zet de wals op een vlakke ondergrond.
Tenzij iets anders wordt vermeld, moet
tijdens het controleren en instellen van de
wals altijd de motor uitgeschakeld zijn en
moet de reserve/parkeerremknop inge-
schakeld zijn.
Maak de schroef (1) los en verwijder het glasreservoir (2).
Verwijder de zeef (3) en maak ze schoon met een niet-
brandbare vloeistof. Monteer de zeef en het reservoir.
Start de motor en controleer de afdichting bij het voorfilter.
Zorg voor goede ventilatie (afzuig) als u de
dieselmotor binnenshuis laat draaien.
Anders bestaat er risico op kooloxydever-
giftiging.
Parkeer de wals op een vlakke ondergrond.
Schakel de motor uit en schakel de parke-
errem/reserveremin.
De olieaftapplug (1) is het gemakkelijkst bereikbaar
vanaf de onderkant van de motor en is met een slang
op de achteras gemonteerd. Tap de olie af wanneer de
motor warm is. Zet een bak van minimum 15 liter onder
de aftapplug.
Bij het aftappen van warme olie bestaat er
risico op brandwonden. Wees voorzichtig
met uw handen.
Vervang tegelijkertijd het oliefilter (2) van de motor.
Raadpleeg ook het instructieboek van de motor.
Verwerk de afgetapte olie en het filter volgens
de milieuvoorschriften.
CA 262/362/512 M262NL2