I
NSTALLATIE
16
2.3.4 Elektrische aansluitingen (DECO-H, -C en
-H1C3)
w
Waarschuwing:
Het toestel moet geaard zijn.
1. Zorg ervoor dat een geaard stopcontact op niet meer dan
1,5 m vanaf de linker- of rechterzijde (afhankelijk van het
type, zie de typecode) van het toestel beschikbaar is.
2.3.5 Aansluitingen bediening
1. Leg de besturingskabel aan.
Indien de besturing wordt doorgelust: leg ook de tweede
besturingskabel aan.
2. Indien externe regelingen worden toegepast: leg de
bekabeling voor externe regelingen aan. Voor meer
informatie over externe regelingen zie paragraaf 2.5.2.
3. Bij toestellen met omkasting (DECO-S en -B) kan de kabel
via de opening aan de achterzijde of via de kabelsleuf in de
achterkant van de zijkap naar binnen worden gevoerd.
2.3.6 Centrale verwarming (DECO-H en -H1C3)
1. Breng de CV-leidingen aan.
n
Opmerking:
Biddle raadt aan in beide leidingen een afsluiter op te nemen.
2.3.7 Koeling (DECO-C en -H1C3)
1. Breng de koudwaterleidingen aan.
n
Opmerking:
Biddle raadt aan in beide leidingen een afsluiter op te nemen.
2. Breng een rioolaansluiting met stankafsluiter aan voor de
condenswaterafvoer.
VENTILATORCONVECTOR