AFDRUKKEN
In dit onderdeel worden de basisprocedures voor het afdrukken uitgelegd.
Windows
In het volgende voorbeeld wordt uitgelegd hoe u een document van A4-formaat afdrukt uit WordPad, een
standaardprogramma dat met Windows wordt meegeleverd.
Om het printerstuurprogramma te installeren en de instellingen te configureren in een Windows-omgeving,
verwijzen we naar "2. INSTALLATIE IN EEN WINDOWS-OMGEVING" in de Handleiding Software-installatie.
Voor informatie over de beschikbare printerstuurprogramma's en de vereisten voor hun gebruik, verwijzen
we naar "PRINTERFUNCTIE VAN HET APPARAAT" in de Printerhandleiding.
(1)
(2)
(1)
54
1
Selecteer de afdrukopdracht
in de toepassing.
(1) Open het menu [Bestand].
(2) Selecteer [Afdrukken].
2
Open het instelvenster van de
printerdriver.
(1) Selecteer de printerdriver
(2) Klik op de knop
(2)
van het apparaat.
[Voorkeursinstellingen].
Klik in Windows 98/Me/NT 4.0
op de knop [Eigenschappen].
In Windows 2000 verschijnt de
knop [Voorkeursinstellingen] niet.
Klik op elke tab in het dialoogvenster
"Afdrukken" om de instellingen op
dat tabblad te wijzigen.