SYSTEEMINSTELLINGEN
In het scherm voor systeeminstellingen kunt u de datum en tijd instellen, fax- en scanbestemmingen
opslaan, documentarchiveringsmappen creëren en diverse andere instellingen opgeven met betrekking
tot de bediening van het apparaat.
Hoe u het scherm van systeeminstellingen opent wordt hieronder behandeld, alsmede de elementen in
het scherm.
Het scherm voor systeeminstellingen weergeven
SYSTEEM
INSTELLINGEN
Systeeminstellingen
Beheerderswachtw
Totaal aantal
Standaardinstellingen
Kopieën
Papierlade-Instellingen
Adresbeheer
Beheer Control
Voorwaardeinstellingen
Documentarchivering
Wat u kunt doen in de systeeminstellingen
De volgende tabel toont de items die verschijnen wanneer de toets [SYSTEEMINSTELLINGEN] ingedrukt wordt,
met de fabrieksinstellingen ingeschakeld.
Raadpleeg voor het volledige menu SysteeminstellingenMENU SYSTEEMINSTELLINGEN (pagina 100).
Instellingen
Totaal Aantal Kopieën
Standaardinstellingen
Lijst afdrukken (gebruiker)
Papierlade-Instellingen
Adresbeheer
Faxdata ontvangen/Doorsturen
Voorwaardeinstellingen
Beheer Control
Documentarchivering
USB-apparaatcontrole
98
Verlaten
Lijst afdrukken
(gebruiker)
Faxdata
Ontvangen/Doorsturen
USB-apparaatcontrole
Hier wordt het totaal aantal pagina's weergegeven per type taak, zoals kopieer- en
afdruktaken.
Hiermee kunt u de klok instellen en het softwareklavier wijzigen dat u gebruikt
om tekst in te voeren.
Hiermee kunt u lijsten afdrukken met daarop de status en instellingen van
het apparaat.
Hiermee stelt u het type en formaat papier in die in elke papierlade wordt gebruikt
en om nieuwe papiertypen op te slaan.
Bestemmingen voor de beeldverzendfunctie kunnen worden opgeslagen in
sneltoetsen en instellingen kunnen worden opgeslagen in programmatoetsen.
Hiermee worden instellingen geconfigureerd om faxen en internetfaxen te
ontvangen en instellingen om ontvangen faxen en internetfaxen door te zenden.
Hiermee worden instellingen geconfigureerd om af te drukken zonder de
printerdriver te gebruiken alsmede instellingen voor de printerfunctie.
Deze gebruikt u om mappen op te slaan, te bewerken en wissen voor het
archiveren van documenten.
Hiermee controleert u de verbindingsstatus van een USB-apparaat.
Druk op de toets [SYSTEEM INSTELLINGEN].
Het betreffende scherm voor systeeminstellingen verschijnt.
Welke toetsen worden weergegeven hangt af van de
randapparatuur die is geïnstalleerd.
Beschrijving