[BEGIN]-toets
Tip op deze toets om het beginscherm te tonen.
Toetsen voor veelgebruikte functies kunnen in het
beginscherm geregistreerd worden om het apparaat
gemakkelijker te gebruiken.
[SYSTEEMINSTELLINGEN]-toets
Tip op deze toets om het scherm met de
systeeminstellingen te tonen. De systeeminstellingen
kunnen aangepast worden om het apparaat gemakkelijker
te gebruiken, bijvoorbeeld door de instellingen voor
papierladen te configureren en adressen op te slaan.
[OPDRACHT STATUS] -toets
Tip op deze toets om het scherm met de opdrachtstatus
te tonen. U kunt in het scherm met de opdrachtstatus de
status van opdrachten controleren en opdrachten annuleren.
BEGIN
SYSTEEM
INSTELLINGEN
OPDRACHT
STATUS
Numerieke toetsen
Ze worden gebruikt om het aantal
kopieën in te voeren, faxnummers
en andere nummers.
[AFMELDEN]-toets (
Wanneer gebruikersauthenticatie
ingeschakeld is, drukt u op deze toets om
af te melden nadat u het apparaat gebruikt
hebt. Als u de faxfunctie gebruikt, kunt u
met deze toets toonsignalen op een lijn
met pulskeuze verzenden.
[#/P]-toets (
)
Tip op deze toets om een
opdrachtprogramma te gebruiken wanneer
u de kopieerfunctie gebruikt. Als u de
faxfunctie gebruikt, drukt u op deze toets
om via een programma nummers te kiezen.
Meer informatie over het bedieningspaneel vindt u in "BEDIENINGSPANEEL" in de Gebruikershandleiding.
LOGOUT
[ALLES WISSEN]-
toets
)
Druk op deze toets een
bewerking volledig te
herbeginnen.
Alle instellingen worden
gewist en de werking
keert terug naar de
oorspronkelijke status.
[WISSEN]-toets
Tip op deze toets om instellingen zoals
het aantal kopieën op "0" te zetten.
[PROEFADRUK]-toets
Gebruik deze toets om een
proefafdruk te maken.
PROEFAFDRUK
[START]-toets
Gebruik deze toets om een
origineel te kopiëren of te
scannen. Deze toets wordt ook
gebruikt om in faxmodus een
fax te verzenden.
[STOP]-toets
Tip op deze toets om een
kopieeropdracht of het scannen
van een origineel te stoppen.
11