Installatie
Aansluitingen en evenwichtsfles
TRIGON S 33.1 / S 44.1
Afstandsbediening
•
De afstandsbediening moet
worden aangesloten d.m.v. een
kabel van minstens 2 x 0,5 mm
•
De BUSkabel van de
afstandsbediening (20-30 V)
moet los van de 230V/50Hz
kabels worden geïnstalleerd.
Verbind de afstandsbediening
aan de connector X10-01
(gebruik de afgeschermde kabel).
De thermostaatbrug op X10-02
moet worden verwijderd bij gebruik
van de QAA 73 afstandsbediening.
Algemene aanwijzingen
De aansluitings- en
installatiewerkzaamheden van
hydraulische installaties mogen
uitsluitend door ervaren elektriciens
worden uitgevoerd. De normen VDE/
ÖVE/SEV en EVU en betreffende
voorschriften moeten nauwkeurig
worden nageleefd.
De aansluiting op het elektrische
net en de verbinding van de kabels
zijn op last van de opdrachtgever
Het apparaat is geconfigureerd
voor een vaste aansluiting en
aansluitingsleidingen NYM 3 × 1,5
mm² of H05W-F 3 x 1 mm².
De condensatieketel en het
bedieningspaneel zijn bekabeld.
De aansluiting op het net wordt
.
2
uitgevoerd op de klemmenstrook
van het apparaat d.m.v. een speciaal
ontwikkeld en beschermd circuit.
De condensatieketel moet kunnen
worden losgekoppeld van het net
m.b.v. geschikte middelen. Om
die reden moet men meerpolige
schakelaars gebruiken met een
opening tussen de contacten
van > 3 mm, of automatische
krachtstroomschakelaars.
Netspanning:
Veiligheid van de aansluiting
op het elektrische net:
Opgenomen vermogen: max. 440 W
Dimensionering van de
netaansluitleiding
Alle externe aansluitleidingen moeten
max. 30 mm worden geïsoleerd. . De
stroomgeleiders vanaf de kabelklem
tot aan de klemmen moeten voor de
beschermingsgeleider gespannen zijn
in het geval de kabelklem wegglijdt.
De lengte van de geleiders moet als
gevolg daarvan worden gekozen.
Andere lijnen (bijvoorbeeld voor de
aansluiting van het systeem), die op
de klemmenstrook van het apparaat
worden aangesloten, moeten aan de
kabel worden bevestigd door de kabel
te draaien m.b.v. de kabelklem, zoals
bepaald wordt door de VDE/ÖVE/
SEV normen.
Aansluiting via stekker tussen de
pompgroep en de regeleenheid
LMU
De elektrische aansluiting van de
pompgroep en de LMU is door de
fabriek voorzien van gecodeerde
en gemarkeerde stekkers en
contactdozen.
• Steek de stekker in de LMU/Clip-in.
Pompgroepen voorzien door
opdrachtgever
230-240 V, 50 Hz
De pompen van het verwarmingscircuit
1 en 2, de warmwaterpomp en de
10 A
3-wegsmotormenger die door de
opdrachtgever zijn voorzien moeten
op het apparaat worden aangesloten
via de betreffende aansluitingen.
De beschermingsleidingen van
de afzonderlijke pompen en
van de menger moeten worden
aangesloten voor ze in de speciale
beschermingsklemmenstrook PE
worden gestoken.
De stroomtoevoerkabel mag alleen
door een erkende technicus worden
vervangen. De aardaansluiting
(geel/groen), die langer is dan de
stroomkabels (zie tekening) dient te
worden gebruikt voor de aansluiting
van de ketel.
Dubbelstekkers, verlengsnoeren en
adapters zijn niet toegestaan. Voor
de aardaansluiting van het apparaat
is het verboden de leidingen van
de hydraulische installatie, de
verwarming of het gas te gebruiken.
De ketel is niet beschermd tegen de
gevolgen van blikseminslag. Om de
netzekeringen te vervangen dient u
snelzekeringen van 2 A te gebruiken.
25