De STRALEN UIT DE BOOG kunnen
ogen en huid verbranden.
Boogstralen van het lasproces produceren zichtbare
en onzichtbare (ultraviolette en infrarood) stralen die
uw ogen en huid kunnen verbranden. Tijdens het
lassen vliegen lasspatten en vonken in het rond.
D Draag een goedgekeurde lashelm voorzien van goede lasglazen met
de juiste tint om uw gezicht en ogen te beschermen tijdens het lassen
of toekijken tijdens het lassen (zie ANSI Z49.1 en Z87.1 in de
Veiligheidsvoorschriften).
D Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen onder uw
helm.
D Gebruik beschermende lasgordijnen of schermen om anderen tegen
flitsen, verblindend licht en vonken te beschermen; waarschuw
anderen om niet in de boog te kijken.
D Draag beschermende kleding gemaakt van duurzaam, brandwerend
materiaal (leer, zware katoen of wol) en beschermend schoeisel.
LASSEN kan brand of explosies
veroorzaken.
Als er gelast wordt in besloten ruimtes zoals tanks,
trommels of pijpen, kunnen deze opgeblazen worden.
Er kunnen vonken van de lasboog afvliegen. De
rondvliegende vonken, de temperatuur van het
werkstuk en het gereedschap kunnen brand en brandwonden
veroorzaken. Toevallig contact van een elektrode met metalen
voorwerpen kan vonken, explosies, oververhitting of brand veroorzaken.
Controleer eerst of de omgeving veilig is voordat u begint met lassen.
D Verwijder alle brandbare materialen in een straal van 10,7 m van de
lasboog. Als dit niet mogelijk is, dek ze dan goed af met brandwerende
materialen.
D Las niet op plaatsen waar rondvliegende vonken brandbaar materiaal
kunnen raken.
D Bescherm uzelf en anderen tegen rondvliegende vonken en heet
metaal.
D Wees erop attent dat vonken en hete materialen van het lassen
gemakkelijk door kleine hoeken en gaten naar naastliggende ruimtes
kunnen vliegen.
D Kijk goed uit voor brand en houd een brandblusser in de buurt.
D Wees erop bedacht dat bij het lassen van plafonds, vloeren,
scheidingswanden of tussenschotten brand kan ontstaan aan de
tegenovergestelde kant.
D Las niet in besloten ruimtes zoals tanks, trommels of pijpen, tenzij ze
voldoende
voorbereid
zijn
Veiligheidsvoorschriften).
D Verbind de werkkabel met het werkstuk zo dicht mogelijk bij de plaats
waar gelast moet worden, zodat de lasstroom zo direct mogelijk
verplaatst kan worden en elektrische schokken, vonken en
brandrisico's vermeden kunnen worden.
D Gebruik een lasapparaat niet om bevroren pijpen te ontdooien.
D Haal de elektrode uit de elektrodehouder of snij de lasdraad los bij het
uiteinde als ze niet gebruikt worden.
D Draag
olievrije
beschermende
handschoenen, leren schort, broek zonder omslagen, hoge schoenen
en een helm.
D Zorg ervoor dat u geen brandbare voorwerpen zoals aanstekers of
lucifers bij u draagt als u gaat lassen.
D Volg de vereisten in OSHA 1910.252 (a) (2) (iv) en NFPA 51B voor
werken met hoge temperaturen, zorg dat er een brandmelder
aanwezig is en dat u een blusapparaat onder handbereik hebt.
RONDVLIEGEND METAAL kan de
ogen verwonden.
D Door
lassen,
draadborstels en slijpen kunnen vonken en
rondvliegende metaalschilfers ontstaan. Als
lasrupsen afkoelen, kunnen er slakresten
rondvliegen.
D Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met
zijschermen, zelfs onder uw lashelm.
OM-203 034 Pagina 2
volgens
AWS
F4.1
(zie
kledingstukken
zoals
leren
bikken,
het
gebruik
van
GASVORMING kan schadelijk voor
de gezondheid of zelfs dodelijk zijn.
D Draai de gastoevoer dicht, wanneer u geen gas
gebruikt.
D Zorg altijd voor ventilatie in enge ruimtes of
gebruik
apparatuur.
HETE
ONDERDELEN
ernstige brandwonden veroorzaken.
D Hete onderdelen niet met blote handen
aanraken.
D Laat een pistool of een toorts altijd afkoelen,
voor u eraan gaat werken.
D Gebruik de juiste gereedschappen om hete
onderdelen beet te pakken en/of draag zware
geïsoleerde lashandschoenen en -kleding om
brandwonden te voorkomen.
MAGNETISCHE
invloed zijn op pacemakers.
D Personen met die een pacemaker dragen
wegblijven.
D Pacemakerdragers
raadplegen voordat ze in de buurt komen van
activiteiten die met booglassen, gutsen of
puntlassen te maken hebben.
LAWAAI kan het gehoor aantasten.
Lawaai van bepaalde werkwijzen of apparatuur kan
uw gehoor aantasten.
D Draag goedgekeurde gehoorbescherming als
het geluidsniveau te hoog is.
GASFLESSEN kunnen exploderen
als ze beschadigd worden.
Gasflessen met beschermend gas bevatten gas
onder hoge druk. Als een gasfles beschadigd wordt,
kan deze exploderen. Aangezien gasflessen
normaal gesproken een onderdeel zijn van de
lasprocedure, moet u er voorzichtig mee omgaan.
D Bescherm gasflessen tegen hoge temperaturen, mechanische
schokken, fysieke beschadigingen, slak, open vuur, vonken en
vlambogen.
D Plaats de gasflessen rechtop in een rek of in de laskar zodat ze niet
kunnen vallen of omkantelen.
D Houd de flessen uit buurt van alle las- of andere stroomkringen.
D Hang nooit een elektrodehouder over een gasfles.
D Laat nooit een laselektrode in aanraking komen met een gasfles.
D Las nooit op een gasfles onder druk. − een explosie zal het gevolg zijn.
D Gebruik alleen flessen met beschermd gas, reduceerventielen,
slangen en hulpstukken die speciaal bedoeld zijn voor een bepaalde
toepassing; onderhoud deze en bijbehorende onderdelen goed.
D Draai bij het openen van de gasfles uw hoofd weg van het
reduceerventiel van de gasfles.
D Laat de beschermende dop over het ventiel zitten, behalve als de fles
gebruikt wordt of aangesloten is voor gebruik.
D Gebruik de juiste apparatuur, de juiste procedures en een voldoende
aantal personen om gasflessen te tillen en verplaatsen.
D Lees en volg de instructies op de flessen met gecomprimeerd gas,
bijbehorend materiaal en de CGA (Compressed Gas Association)
publicatie P-1 die in de Veiligheidsvoorschriften staat.
goedgekeurde
beademings-
kunnen
VELDEN kunnen van
moeten
hun
dokter