3-12. Aansluitvermogen
Benodigde gereedschappen:
5/16 in
Y Draai de voeding voor het lassen uit
en controleer vóór u verder gaat eerst
de spanning op de invoercondensa-
toren zoals staat beschreven in Sec-
tie 5-3.
Controleer de invoerspanning die op de
werkplek beschikbaar is.
Verwijder het linkerpaneel.
=GND/PE
Y Altijd de aardingscon-
ductor eerst aansluiten.
2
L1
L2
1
L3
1
Invoer- en aardingsconductoren
Zie Sectie 3-11.
Breng klemringen van het juiste formaat aan
op de invoerconductoren voor de aansluiting
op de klemmen van het invoerfilter (zie af-
beelding).
Kaart invoerfilter
L1
L2
L3
ssb2.4* 1/94 − ST-801 523-B / ST-801 946
2
Lijnscheidingsmechanisme
Kies het type en het formaat van de
overbelastingsbeveiliging aan de hand van
Sectie 3-11.
Sluit
aardingsconnectoren
lijnscheidingsmechanisme
spanning meer op staat.
Breng het linkerpaneel weer aan.
de
invoer-
en
aan
op
een
waar
geen
OM-203 034 Pagina 15