Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Dvcc-Bediening Met Ve.bus Bms V2; Bediening Acculader Via Belasting Loskoppelen; Opladen Met Een Dynamo - Victron energy VE.Bus BMS V2 Producthandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VE.Bus BMS V2:
Inhoudsopgave

Advertenties

3.3.4. DVCC-bediening met VE.Bus BMS V2

DVCC (Distributed Voltage and Current Control)
Inverter RS, Multi RS of Multis.
Om het GX-apparaat PV-laders, Inverter RS of Multi RS te bedienen in een system met een VE.Bus BMS V2, moet DVCC
ingeschakeld worden. Deze laders worden geregeld door hun maximale laadstroomlimiet op nul in te stellen als de VE.Bus BMS
V2 vraagt om het opladen te stoppen.
Let op dat de aanwezigheid van een VE.Bus BMS V2 de laadspanning van de PV-laders, Inverter RS, Multi RS of een Multi niet
regelt.
• In een ESS-systeem regelt de Multi de laadspanning van de PV-laders, Inverter RS en Multi RS via de configuratie gemaakt
met VE.Configure of VictronConnect. Met andere woorden: Het laadalgoritme moet in de Multi geconfigureerd worden.
• In een non-ESS (zelfvoorzienend) systeem volgen de PV-laders, Inverter RS, Multi RS en Multi hun eigen interne
laadalgoritme. Hier moeten alle apparaten ingesteld worden op het juiste lithium-laadalgoritme.
AC-laders en kleinere Phoenix-omvormers worden (nog) niet geregeld door het GX-apparaat en daardoor moet er nog steeds
signaalbedrading aangelegd worden (via ATC of ATD) om dergelijke apparaten te bedienen.

3.3.5. Bediening acculader via Belasting loskoppelen.

Laders die niet DVCC compatibel zijn of geïnstalleerd in systemen zonder een GX-apparaat kunnen bediend worden via de
VE.Bus BMS V2 Lader loskoppelen-uitgang, op voorwaarde dat de laders een remote aan/uit-poort hebben.
De Lader loskoppelen-uitgang, normaal hoog (gelijk aan accuspanning), moet verbonden worden aan de H-aansluitklem van de
remote aan/uit aansluiting van de lader. Bij hoge spanning of lage temperatuur van de cel wordt de Lader loskoppelen-uitgang
zwevend en trekt de remote aan/uit H-aansluitklem laag (naar accu minus), het laden stoppend.
Voor acculaders met een remote aansluitklem die de lader activeert wanneer de aansluitklem laag getrokken wordt (naar accu
minus) en deactiveert wanneer de aansluitklem zwevend gelaten wordt, kan de
worden.
Alternatief kan een
Cyrix-Li-Charge relais
geplaatst wordt tussen een acculader en de lithium-acccu. Het wordt alleen geactiveerd als er laadspanning van een acculader
aanwezig is op de aansluitklem aan de laadzijde. Een bedieningsaansluitklem verbindt met de Lader loskoppelen-uitgang van de
BMS.

3.3.6. Opladen met een dynamo

Met dynamo opladen kan ofwel geregeld worden met een DC-DC lader zoals de
het regelen van een externe dynamo regelaar zoals de Balmar MC-614.
Beide apparaten worden dan ook bediend door de BMS Lader loskoppelen-uitgang, bedraad met de Orion-Tr Smart of
SolidSwitch 104 remote aan/uit H-aansluitklem. Raadpleeg
Pagina 9
VE.Bus BMS V2
laat een GX-apparaat toe compatibele apparaten te bedienen zoals PV-laders,
gebruikt worden. De Cyrix-Li-Charge relais is een eenzijdige combineerder die
Systeem met een dynamo [16]
omvormende remote aan-uit kabel
Orion-Tr
Smart, of met een
SolidSwitch 104
gebruikt
Installatie

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave