MPPT zonnelader handleiding 1. Veiligheidsvoorzorgsmaatregelen 1.1. Algemene veiligheidsmaatregelen • Lees deze handleiding zorgvuldig. Deze bevat belangrijke instructie die opgevolgd moeten worden tijdens installatie, gebruik en onderhoud. • Bewaar deze instructies om deze later te kunnen raadplegen voor gebruik en onderhoud •...
Pagina 6
MPPT zonnelader handleiding De aardklem bevindt zich in het bedradingscompartiment en is te herkennen aan dit symbool: Pagina 2 Veiligheidsvoorzorgsmaatregelen...
MPPT zonnelader handleiding 2. Inleiding De Victron Energy SmartSolar charge controller is een ultrasnelle maximale vermogenspunt tracking (MPPT) zonnelader met een uitstekende conversie-efficiëntie en is geschikt voor een breed bereik aan accu's en PV-voltages. 2.1. Accuvoltage, PV-voltage en stroombereik De zonnelader kan een accu met een lagere nominale spanning opladen vanaf een PV-reeks met een hogere nominale spanning.
MPPT zonnelader handleiding 3. Kenmerken 3.1. Automatische accuvoltagedetectie De zonnelader detecteert automatisch een 12, 24 of 48 V systeemvoltage (accuvoltage) bij de eerste keer opstarten. Wanneer op een later moment een ander systeemvoltage nodig is, of wanneer de zonnelader is aangesloten op een 36 V systeem, kan dit handmatig worden geconfigureerd in de zonneladerinstellingen.
MPPT zonnelader handleiding Schermafbeelding van de VictronConnect-app die realtime en historische data laat zien. De VictronConnect-app kan gedownload worden van app-winkels of van de Victron Energy downloadpagina. De app is beschikbaar voor de volgende platformen: • Android • Apple iOS (Houd er rekening mee dat USB niet wordt ondersteund, het is alleen mogelijk verbinding te maken via Bluetooth) •...
MPPT zonnelader handleiding De VictronConnect-app kan op afstand verbinding maken met de zonnelader via een GX-apparaat verbonden met het zelfde lokale network of via het internet door gebruik te maken van het VRM-portaal. VictronConnect-app verbinding via LAN of het internet (VRM-portaal) door gebruik te maken van een GX-apparaat (bijvoorbeeld een Cerbo GX) 3.6.
MPPT zonnelader handleiding DC loads Zonneladersysteem met DC-belastingen aangesloten op de belastingsuitgang Sommige belastingen (vooral omvormers) hebben een hogere nominale stroomsterkte of startstroom. De stroom is hoger dan de belastingsuitgang aan kan. Deze belastingen zouden direct met de accu verbonden moeten worden. Het is mogelijk om deze belastingen door de zonnelader aan te sturen, zodat een diepe accu-ontlading wordt voorkomen.
MPPT zonnelader handleiding batterij weer op te laden tot bijna de volledige 100 %. Vanaf dat punt wordt het belastingontkoppelingsniveau gemoduleerd, zodat ongeveer één keer per week bijna 100 % wordt opgeladen. 3.8.2. Virtuele belastingsuitgang Er kan een virtuele belastingsuitgang worden gecreëerd om een belasting te regelen waarvan de nominale stroom groter is dan de nominale stroom van de belastingsuitgang van de zonnelader.
MPPT zonnelader handleiding er rekening mee dat dit slechts een schatting is van de omgevings- en de accutemperatuur. Mocht een nauwkeurigere accutemperatuur nodig zijn, overweeg dan om een externe accutemperatuursensor te gebruiken, zie hoofdstuk Externe temperatuur- en voltagesensor [9]. Externe temperatuur- en voltagesensor [9].
MPPT zonnelader handleiding 3.13. WireBox De optionele MPPT WireBox is een plastic cover die aan de onderkant van de zonnelader kan worden bevestigd. Het bedekt de accu- en zonneklemmen, waardoor onbedoeld contact met de accu- en PV-klemmen wordt voorkomen. Het biedt een extra niveau van veiligheid en is vooral handig als de zonnelader in een algemeen toegangsgebied is geïnstalleerd.
MPPT zonnelader handleiding 4. Installatie De DC (PV)-ingang is niet geïsoleerd van het accucircuit. Daarom worden de PV-, accu- en stuurcircuit als gevaarlijk beschouwd en mogen ze niet voor de gebruiker toegankelijk zijn. Voor correct temperatuurgecompenseerd opladen van de accu moet de omgevingstemperatuur van de zonnelader en de accu binnen 5 °C (9 °F) zijn.
MPPT zonnelader handleiding De zonnepanelen zijn in serie, parallel of in serie / parallel geschakeld. Zie onderstaand figuur voor voorbeelden van deze configuraties. 120 W 120 W 120 W 120 W 120 W 120 W 120 W 120 W 12 V 12 V 12 V 12 V...
MPPT zonnelader handleiding Een apart aardpad voor de chassisaarde is toegestaan omdat het chassis is geïsoleerd van de plus- en minpolen. Aarding van de PV-reeks De plus- en minpool van de PV-reeks dienen niet te worden geaard. Aard het frame van de PV-panels om de impact van blikseminslag te verminderen. Sluit de zonnelader niet aan op een geaarde PV-reeks.
Pagina 18
MPPT zonnelader handleiding Houd er rekening mee dat het niet mogelijk is om de VE.Direct-kabel te verlengen, de maximale lengte mag niet langer zijn dan 10 meter. Voor meer informatie, bekijk de MPPT Control beeldscherm handleiding VE.Direct cable Verbind het beeldscherm met de zonnelader via een VE.Direct-kabel. Pagina 14 Installatie...
Wijzig de instellingen van de zonnelader alleen als u weet wat ze zijn en wat het effect kan zijn van het wijzigen van deze instellingen. Incorrecte instellingen kunnen problemen in het systeem veroorzaken waaronder schade aan de accu's. Vraag bij twijfel advies aan een ervaren Victron Energy-installateur, -dealer of -distributeur.
Wijzig de instellingen alleen als u weet wat ze zijn en wat het effect is van het wijzigen van deze instellingen. Incorrecte instellingen kunnen problemen in het systeem veroorzaken waaronder schade aan de accu's. Vraag bij twijfel advies aan een ervaren Victron Energy-installateur, -dealer of -distributeur. Pagina 16...
MPPT zonnelader handleiding 5.2.1. Accu-instellingen Accuvoltage Het accuvoltage wordt automatisch gedetecteerd bij de allereerste keer opstarten van de zonnelader en het accuvoltage wordt dienovereenkomstig ingesteld. Verdere automatische detectie is uitgeschakeld. Als het accuvoltage lager is dan 7 V tijdens automatische detectie, wordt de accuspanning tijdelijk ingesteld op 12 V en wordt de automatische detectie opnieuw gepland voor de volgende inschakeling.
MPPT zonnelader handleiding • De positie van de draaischakelaar • Vooraf gedefinieerde fabrieksvoorinstellingen van de accu • Gebruiker gedefinieerde accuvoorinstellingen • Creëer, wijzig of verwijder een door de gebruiker gedefinieerde voorinstelling. Deze instelling maakt gebruik van vooraf gedefinieerde fabrieksvoorinstellingen voor een grote verscheidenheid aan accutypen. Deze voorgedefinieerde laadalgoritmen zijn geschikt voor bijna alle installaties.
Pagina 23
MPPT zonnelader handleiding Alleen ervaren gebruikers zouden gebruiker gedefinieerde acculaadalgoritmen moeten configuren of aanpassen. Een verkeerd gedefinieerd acculaadalgoritme kan leiden tot accuschade of tot onveilige situaties. Een basis acculaadalgoritme wijzigen: • Selecteer een vooraf ingesteld accutype dat het beste past bij uw accutype. •...
MPPT zonnelader handleiding • Om de instellingen op te slaan, drukt u op de knop “SAVE CHANGES” onderaan de pagina. • Om de accu te verwijderen, drukt u op de knop “REMOVE PRESET”. Acculaadalgoritme-instellingen In dit hoofdstuk worden alle parameters uitgelegd die worden gebruikt in de modus “Expert” en de instellingen die worden gebruikt bij het programmeren van een aangepast accutype via het menu voor accuvoorinstellingen.
Pagina 25
MPPT zonnelader handleiding Druppellaadspanning Deze instelling stelt het float-voltage in. Compensatie re-bulkspanning Stelt de compensatie van het re-bulkvoltage in. Dit compensatievoltage wordt gebruikt om te bepalen wanneer de float-fase stopt en de bulk-fase opnieuw begint, d.w.z. de laadcyclus wordt gereset en begint weer bij de eerste laadfase. Een voorbeeld: Als de re-bulkcompensatie is ingesteld op 0,1 V en het float-voltage op 13,8 V, wordt de laadcyclus opnieuw gestart zodra de accuspanning gedurende één minuut onder 13,7 V (13,8 minus 0,1) daalt.
MPPT zonnelader handleiding Temperatuurgecompenseerde laadgrafiek Standaard gebruikt de zonnelader zijn interne temperatuur voor accutemperatuurgecompenseerd laden. Er wordt 's ochtends een interne temperatuurmeting gedaan en vervolgens weer wanneer de zonnelader minimaal een uur inactief is geweest, bijvoorbeeld wanneer de oplader niet actief een accu oplaadt of een belasting levert. Wanneer de zonnelader deel uitmaakt van een VE.Smart-netwerk en een accutemperatuurmeting ontvangt van een BatterySense of een accumonitor met temperatuursensor, wordt de werkelijke accutemperatuur gedurende de dag gebruikt voor temperatuurgecompenseerd opladen.
Pagina 27
MPPT zonnelader handleiding De beschikbare bedieningsmodi zijn: • Altijd uit De belastingsuitgang is altijd UIT • BatteryLife-algoritme: Dit is een zelfaanpassend algoritme om de levensduur van de accu te maximaliseren. Voor meer informatie zie hoofdstuk 3.9.1 BatteryLife. • Conventioneel algoritme 1: 12 V-systeem UIT wanneer Vbatt <...
MPPT zonnelader handleiding 5.2.3. Instellingen straatverlichting Met de straatverlichtingfunctie kan de zonnelader automatisch nachtverlichting regelen. Het bepaalt automatisch wanneer het licht aan of uit moet zijn en kan de lichtintensiteit regelen. Als de straatverlichtingfunctie is ingeschakeld, kan een timerprogramma worden gemaakt waarbij zowel zonsondergang, zonsopgang als middernacht als ankerpunten voor het timerprogramma kunnen worden gebruikt.
Pagina 29
MPPT zonnelader handleiding Met deze optie wordt het licht bij zonsondergang ingeschakeld en om middernacht weer uitgeschakeld. Als de dimfunctie is ingeschakeld (1), kunnen twee dimniveaus worden ingevoerd: één voor de “aan” -periode (tot aan middernacht) en een tweede voor de “uit” -periode. Stel het tweede dimniveau in op 0 % om het licht volledig uit te schakelen tijdens dat tweede gedeelte.
MPPT zonnelader handleiding • 0 = onmiddellijke reactie (geleidelijk dimmen uitgeschakeld): Een instelling van 0 geeft een onmiddellijke reactie, dit betekent effectief dat de geleidelijke dimmogelijkheid is uitgeschakeld. • 9 = dimmen van 0 naar 100 % in 15 minuten: Door de dimsnelheid bijvoorbeeld op 9 in te stellen, wordt de dimsnelheid verlaagd tot 15 minuten (9 seconden voor elk procentpunt dimmen x 100 procentpunt = 900 seconden = 15 minuten.
MPPT zonnelader handleiding 5.2.4. TX-Poortinstellingen De VE.Direct-TX-poort kan worden gebruikt om een signaal naar een extern apparaat te sturen. Bijvoorbeeld om een PWM- signaal te sturen om een straatlantaarn te dimmen. Houd er rekening mee dat het veranderen van de standaardinstelling terwijl een jumperlink [16] wordt gebruikt, de jumperlink moet worden verwijderd en dat het belastingsuitgangalgoritme in plaats daarvan moet...
Deze instelling staat aan / uit bediening van de belastingsuitgang toe: - RX-Pin 0 V zal de belastingsuitgang uitschakelen - RX-Pin +5V zal de belastingsuitgang inschakelen Voor meer diepgaande “ontwikkelaars stijl” informatie over de VE.Direct-poort zie de Datacommunicatie met Victron Energy producten whitepaper. 5.3. Firmware bijwerken De firmware kan worden gecontroleerd en bijgewerkt met VictronConnect.
MPPT zonnelader handleiding Als de firmware niet automatisch wordt bijgewerkt, controleer dan of de firmware al bijgewerkt is, met de volgende procedure: • Verbind met de zonnelader • Klik op het instellingensymbool • Klik op het optie-symbool • Ga naar productinfo •...
MPPT zonnelader handleiding 5.5. VE.Smart-netwerk Via het VE.Smart-netwerk kunnen verschillende producten die op hetzelfde netwerk zijn aangesloten gegevens delen via Bluetooth. De VE.Smart is speciaal ontworpen voor kleinere systemen waarin geen GX-apparaat is geïnstalleerd. Als de zonnelader deel uitmaakt van een VE.Smart-netwerk, kan deze gegevens ontvangen of communiceren met de volgende apparaten: •...
MPPT zonnelader handleiding Er kan maar één product in het netwerk zijn dat het accuvoltage en / of accutemperatuur doorgeeft. Het is niet mogelijk om een accumonitor samen met een Smart Battery Sense of meerdere van deze apparaten te gebruiken. Om het netwerk te laten werken, moeten alle netwerkapparaten zich binnen de Bluetooth-transmissieafstand bevinden.
MPPT zonnelader handleiding VE.Smart-netwerk pop-up Om te controleren of alle apparaten actief communiceren met hetzelfde VE.Smart-netwerk, navigeert u naar de instellingenpagina van een van de netwerkapparaten en klikt u op “VE.Smart-netwerken”. Er wordt een scherm weergegeven met de apparaatparameters van dit apparaat die worden gedeeld en alle andere apparaten die op hetzelfde netwerk zijn aangesloten worden weergegeven.
MPPT zonnelader handleiding 6. Bediening 6.1. Opstarten De zonnelader zal opstarten zodra deze is aangesloten op een accu en / of op een zonnepaneel. Zodra de zonnelader is ingeschakeld, kan deze communiceren via de VE.Direct-poort en Bluetooth. De data van de zonnelader kan worden uitgelezen en configuraties kunnen worden gemaakt door gebruik te maken van VictronConnect of het optionele beeldscherm.
MPPT zonnelader handleiding probleem in het standaardalgoritme. In de meeste gevallen is het echter nog steeds beter dan een vaste absorptietijd, ongeacht andere laadbronnen of de accustatus. Het is mogelijk om het standaard absorptietijdalgoritme te overschrijven door een vaste absorptietijd in te stellen bij het programmeren van de zonnelaadregelaar. Houd er rekening mee dat dit kan leiden tot het overladen van uw accu's.
MPPT zonnelader handleiding Om de zonnelader te herstarten nadat deze uitgeschakeld was, voer deze stappen uit in de voorgeschreven volgorde: 1. Sluit de accuvoeding aan op de zonnelader door de accuvoeding in te schakelen of door de zekering(en) te plaatsen. 2.
MPPT zonnelader handleiding 7. Monitoring Dit hoofdstuk beschrijft alle verschillende bewakingsmethoden en voor elke methode hoe u toegang krijgt tot live data, historische data en fouten. 7.1. LED-Indicaties De zonnelader heeft drie LED's om de operationele status aan te geven, een blauwe, groene en een gele LED. Deze LED's geven respectievelijk de laadfases bulk, absorptie en float aan, maar worden ook gebruikt om andere laadsituaties en foutsituaties aan te geven.
MPPT zonnelader handleiding 7.2. Foutcodes In geval van een fout wordt een foutcode weergegeven via VictronConnect, een beeldscherm, een GX-apparaat of op VRM. Elk nummer hoort bij een specifieke fout. Zie de bijlage voor een volledige lijst met foutcodes en hun betekenis: Overzicht foutcodes van de lader [64].
MPPT zonnelader handleiding Tijdens deze fase levert de zonnelader zoveel mogelijk laadstroom om de accu's snel op te laden. Wanneer het accuvoltage het ingestelde absorptievoltage bereikt, activeert de zonnelader de absorptiefase. Absorptie Tijdens deze fase schakelt de zonnelader over naar de constante voltagemodus, waar een vooraf ingesteld absorptievoltage wordt toegepast.
MPPT zonnelader handleiding • Zonne Pmax: Het maximale vermogen (W) van tijdens de dag. • Zonne Vmax: Het hoogste voltage (V) van de PV-reeks tijdens de dag. • Accu max en min: Het eerste cijfer laat het maximale accuvoltage (Vmax) tijdens de dag zien. Het onderstaande cijfer is het minimale accuvoltage (Vmin) tijdens de dag.
MPPT zonnelader handleiding Als het GX-apparaat is verbonden met het Victron Remote Monitoring (VRM)-portaal, kan de PV-lader op afstand worden bewaakt via het internet. Alle data, alarmen en fouten van de PV-lader zijn toegankelijk via het VRM-portaal en de instellingen van de PV-lader kunnen op afstand worden gewijzigd via het VRM-portaal met de VictronConnect-app.
Deze beperkte garantie dekt geen schade, verslechtering of storingen als gevolg van reparaties die door iemand zijn uitgevoerd, die niet door Victron Energy is geautoriseerd om dergelijke reparaties uit te voeren. Het niet naleven van de instructies in deze handleiding maakt de garantie ongeldig.
Mocht dit het probleem niet oplossen, neem dan contact op met het verkooppunt voor technische ondersteuning. Wanneer het verkooppunt onbekend is, ga naar de Victron Energy support webpagina. 9.1. De regelaar is niet in werking Om de regelaar te laten werken, moet deze worden ingeschakeld.
MPPT zonnelader handleiding Accuspanning Operationele status Te ondernemen actie Herstel de accuvoeding. Geen spanning Niet Aan gezet Zie hoofdstuk: “probleem accuvoeding” Er is wellicht een fout in de regelaar. Juist spanning Niet Aan gezet Neem contact op met de Victron-dealer of -distributeur. Aan gezet, maar niet aan het Verbind PV-voeding en controleer of het laden van de accu begint.
MPPT zonnelader handleiding VictronConnect - link naar “waarom is de lader uit” 9.2.1. Omgekeerde accupolariteit Omgekeerde polariteit is wanneer de positieve en negatieve accukabel per ongeluk zijn verwisseld. De min van de accu is aangesloten op de positieve pool van de PV-lader en de plus van de accu is aangesloten op de negatieve pool van de PV-lader. Voorbeelden van juiste en onjuiste (omgekeerde) accupolariteit Houd er rekening mee dat een rode kabel of een kabel met positief label niet daadwerkelijk betekent dat de kabel inderdaad een positieve kabel is.
MPPT zonnelader handleiding • De PV-spanning is zeer laag of nul volt. Als dit het geval is, controleer dan op omgekeerde polariteit door ervoor te zorgen dat de positieve PV-kabel is aangesloten op de positieve PV-klem en de negatieve kabel is aangesloten op de negatieve klem. 9.2.3.
MPPT zonnelader handleiding Vergelijk beide spanningen. Het PV-spanning moet 5 V hoger zijn de het accuspanning voordat laden begint. Oorzaken van geen of lage PV-spanning: Onvoldoende zonnestraling op de zonnepanelen: • Nacht. • Bewolking of slecht weer. • Schaduw - zie dit schaduw blogverhaal voor meer informatie.
MPPT zonnelader handleiding • Het BMS van een beheerde accu kan de lader direct in- of uitschakelen via een VE.Direct niet-inverterende externe aan / uit- kabel. Deze kabel is verbonden met de VE.Direct-poort. Het BMS kan de lader uitschakelen via deze kabel. Als de laadinstellingen correct zijn ingesteld en als alle accucellen in balans zijn, mag de BMS de opladen nooit verbieden.
MPPT zonnelader handleiding Als een gesprongen zekering wordt gevonden, zorg er dan eerst voor dat de polariteit van de accu correct is voordat de zekering vervangen wordt. Zie de volgende paragraaf voor meer informatie over omgekeerde accupolariteit. 9.2.9. PV-spanning te hoog De PV-spanning zou nooit hoger moeten zijn dan de maximale gespecificeerde PV-spanning van de PV-lader.
MPPT zonnelader handleiding Een positief teken naast de stroomaflezing betekent dat stroom de accu in stroomt, terwijl een negatief teken betekent dat stroom uit de accu stroomt. 9.3.2. Acculaadspanningen zijn te laag Als de accuspanningen te laag zijn ingesteld zullen de accu's niet volledig opgeladen worden. Controleer of the acculaadspanningen (absorptie en druppel) correct zijn ingesteld.
MPPT zonnelader handleiding Meet het accuspanning op de accupolen door gebruik te maken van een multimeter. Vergelijk de twee spanningen en bekijk of er een spanningverschil is. 9.3.5. Temperatuurverschil tussen PV-lader en accu Het is belangrijk dat de omgevingstemperaturen van de accu en de regelaar gelijk zijn als de PV-lader geen accutemperatuurgegevens ontvangt.
MPPT zonnelader handleiding 9.3.7. Verkeerde temperatuurcompensatie-instelling Als de temperatuurcompensatiecoëfficiënt onjuist is ingesteld, kunnen de accu's te weinig of te veel worden opgeladen. De temperatuurcompensatie kan worden ingesteld via VictronConnect of via een beeldscherm. Raadpleeg de accu documentatie voor de juiste instelling van de temperatuurcompensatiecoëfficiënt voor de accu. Gebruik bij twijfel de standaardwaarde van -64,80 mV / °C voor loodzuuraccu's en schakel de temperatuurcompensatie-instelling voor lithium accu's uit.
MPPT zonnelader handleiding Over het algemeen kunnen gesloten accu's en lithium accu's niet worden geëgaliseerd. 9.4.4. Accu oud of kapot Een accu die aan het einde van zijn levensduur is of die door onjuist gebruik is beschadigd, kan worden overladen. Een accu bevat een aantal cellen die in serie zijn geschakeld.
MPPT zonnelader handleiding 9.5.1. PV-Tegenstroom te hoog Te hoge stroom hoeft de PV-lader niet persé te beschadigen, maar het zal wel schade veroorzaken als de reeks te veel stroom produceert terwijl de reeks tegelijkertijd met omgekeerde polariteit op de PV-lader is aangesloten. Schade als gevolg van te hoge stroom valt niet onder de garantie.
MPPT zonnelader handleiding PV-Reeks te klein Als het gespecificeerde vermogen van de PV-reeks lager is dan de nominale stroom van de PV-lader kan de PV-lader niet meer vermogen leveren dan dat hij van de PV-reeks krijgt. Temperatuur boven 40 °C Wanneer de PV-lader opwarmt, zal de uitgangsstroom uiteindelijk afnemen.
MPPT zonnelader handleiding Schroefklemmen • Losse schroefklemmen. • Kabelisolatie te diep in de connector gestoken. • Kabels met vaste kern of stijve aders gebruikt. • Kabels waar de kern is gesoldeerd. 9.5.7. MC4-Connectoren verkeerd aangesloten Voor een gedetailleerde uitleg over het aansluiten van MC4-connectoren, MC4-splitters en MC4-combiners, zie de Wiring unlimited boek, hoofdstuk 4.10: “Zonnepanelen”.
VE.Direct-kabel moet worden aangesloten op de VE.Direct-poort. Configureer in dit geval de belastingsuitgang via VictronConnect. Als de jumper ontbreekt, kan de belastingsuitgang ook worden geconfigureerd via VictronConnect. In het zeldzame geval dat er een vervangende jumper nodig is, neem dan contact op met de Victron Energy-dealer. 9.6.3. VE.Smart communicatieproblemen Een VE.Smart-netwerk is een draadloos communicatienetwerk tussen verschillende Victron-producten dat gebruikt maakt van...
MPPT zonnelader handleiding • Hoe te communiceren zonder Bluetooth Als Bluetooth niet functioneert, is uitgeschakeld of niet beschikbaar is, dan kan VictronConnect communiceren via de VE.Direct-poort van de unit. Of, als de unit is aangesloten op een GX-apparaat, kan VictronConnect communiceren via VRM. Voor meer informatie zie paragraaf: “De verschillende manieren om verbinding te maken met VictronConnect”.
MPPT zonnelader handleiding 9.8. Belastingsuitgangproblemen 9.8.1. Belastingsuitgang werkt niet Er zijn een aantal redenen waarom de belastingsuitgang mogelijk niet werkt zoals verwacht: • Het accuspanning is gedaald tot onder de ingestelde drempelwaarde en de belastingsuitgang is losgekoppeld van de accu om de accu te beschermen.
MPPT zonnelader handleiding Het gebruik als stroomvoorziening zal de PV-lader niet beschadigen, maar het is niet gegarandeerd dat de PV-lader alle soorten belastingen aan kan. Sommige types belastingen werken, anderen wellicht niet. Vooral bij een laag belastingvermogen is de PV- lader te traag om de spanning constant te houden.
MPPT zonnelader handleiding 10. Technische specificaties 10.1. Specificaties 75/10, 75/15, 100/15 en 100/20 MPPT 75/10 MPPT 75/15 MPPT 100/15 MPPT 100/20 12 V, 24 V of 48 Accuvoltage (auto selecteren) 12 V of 24 V Maximale accustroom 10 A 15 A 15 A 20 A 1a,b...
Pagina 65
MPPT zonnelader handleiding MPPT 75/10 MPPT 75/15 MPPT 100/15 MPPT 100/20 1a) De zonnelader beperkt het ingangsvermogen als er meer PV-vermogen is aangesloten. 1b) De PV-spanning moet Vbat + 5V overschrijden zodat de regelaar kan starten. Daarna bedraagt de minimale PV- spanning Vbat + 1V.
MPPT zonnelader handleiding 11.4. Overzicht foutcodes van de lader In dit overzicht staan alle mogelijke foutcodes die kunnen worden gegenereerd door een zonnelader of AC-lader. De foutcodes worden weergegeven op het beeldscherm van de lader, het externe beeldscherm of via een aangesloten GX- apparaat.
MPPT zonnelader handleiding Neem contact op met uw dealer, er is mogelijk een hardwarefout. Fout 26 - Klem oververhit Voedingsklemmen zijn oververhit, controleer de bedrading, inclusief het type bedrading en het type aders en / of draai indien mogelijk bouten vast. Deze fout wordt automatisch gereset.
Pagina 70
MPPT zonnelader handleiding De lader wordt parallel geschakeld aan een andere lader met andere instellingen en / of een ander laadalgoritme. Zorg ervoor dat alle instellingen hetzelfde zijn en werk de firmware bij op alle acculaders naar de nieuwste versie. Fout 67 - BMS-Verbinding verbroken De lader is geconfigureerd om te worden bestuurd door een BMS, maar ontvangt geen besturingsberichten van een BMS.
Pagina 71
MPPT zonnelader handleiding 3. Wacht 3 minuten en schakel opnieuw in. 4. Configureer de lader opnieuw. Meld dit alstublieft aan uw Victron-dealer en vraag hem om het aan Victron te melden; aangezien deze fout nooit zou mogen gebeuren. Voeg bij voorkeur de firmwareversie en andere details (VRM-URL, VictronConnect-schermafbeeldingen of vergelijkbaar) toe.