[Wanneer het elektrische bedradingswerk niet is voltooid]
• De electrische bedrading (inclusief aarde) moet aangelegd worden door een erkende electricien.
• Als er geen gekwalificeerde persoon aanwezig is, dient de electrische bedrading gecontroleerd te wor-
den na installatie volgens de methode beschreven in [Wanneer het elektrische bedradingswerk is
voltooid]
1. Open het deksel van de schakeldoos, en verbind de Voedingsspanning enkele fase 220 - 240V met
de terminal (L,N) op het klemmenblok (X2M).
Sluit de aardingsbedrading aan op de aardingsaansluiting. (Zie Afb. 16)
Voedingsspanning
220-240V
2. Controleer of het deksel van de schakeldoos gesloten is voordat de stroom ingeschakeld wordt.
• Ga tijdens dit hele proces voorzichtig met de bedrading rondom de schakeldoos om zodat de aan-
sluitingen niet losraken.
• Klem de bedrading naar de stroomtoevoer stevig vast om te voorkomen dat er kracht komt te staan
op de draadverbinding. (b.v. Afb. 16)
3. Giet langzaam 1 liter water van de luchtuitvoer in de afvoertrommel, let er daarbij op dat er geen
water op de electrische onderdelen spat zoals de afvoerpomp. (Zie Afb. 15)
4. Wanneer de stroom ingeschakeld wordt zal de afvoerpomp in werking treden. De afvoer kan gecon-
troleerd worden bij het transparante gedeelte van de afvoeraansluiting.
(De afvoerpomp stopt automatisch na 10 minuten.)
• Oefen geen druk uit op de vlotter. (dit kan storing tot gevolg hebben)
5. Schakel de stroom uit na het controleren van de afvoer, en verwijder de bedrading naar de stroom-
toevoer.
Bevestig het deksel van de schakeldoos opnieuw.
• Raak behalve het klemmenblok (X2M) geen electrische onderdelen aan.
16
Klemmenblok
(X2M)
L
N
Aardklem
L
N
Aardingsdraad
~
50Hz
Klem
Aardingsdraad
Voedingsspanning bedrading
Voorbeeld van het vastklemmen
van de bedrading (klemmen niet
meegeleverd)
Afb. 16
220-240V
~
50Hz
Nederlands