[In het geval van een bestaand plafond]
• Snij de doorvoeren van het installatiesjabloon (5) en plaats de doorvoer aan de onderkant van de bin-
nenunit. Pas de hoogte van de binnenunit aan vanaf het vloerniveau zodat de laagste zijde van het pla-
fond en het lagere gedeelte van de inkeping samenkomen. (Zie Afb. 5)
[Voor bevestiging installatiesjabloon]
Schroef (6)
(accessoire)
[Pas de hoogte van de binnenunit aan vanaf de bodem]
Plafondplaat
Lage zijde
van het plafond
< Voortzetting van de installatie nadat het werk aan het plafond klaar is >
(3) Zorg ervoor dat de unit juist gepositioneerd is.
(Zie "4. VOORBEREIDING VOOR DE INSTALLATIE - (1)")
(4) Controleer de hoogte van de unit. (Zie Afb. 6)
(5) Verwijder de ringklem (7) die gebruikt wordt ter voorkoming van het vallen van de ring voor de beugel (3)
en draai de moer aan de bovenkant vast.
(6) Verwijder de installatiesjabloon (5).
Schenk water in de slang en
zorg dat de binnenunit op gelijke
hoogte staat met het
wateroppervlak aan beide
kanten.
Nederlands
Pel de dunne laag die aan de zijkant bevestigd is niet af.
(Indien afgepeld kan er meer geluid geproduceerd worden
tijdens gebruik.)
Installatiesjabloon (5)
(accessoire)
Binnenunit
Doorvoer
Inkeping
Lage gedeelte van de inkeping
Installatiesjabloon (5)
(accessoire)
[Verzekeren van het niveau]
PVC-slang
Afb. 4
Doorvoer
(voor 4 hoeken)
Afb. 5
Niveau
Afb. 6
9