42
42
G.2.6 Oliedebiet
De functie
Oliedebiet
Functie oproepen:
metingen
Meting uitvoeren:
1 Debiet ingeven:
2 Oliedruk ingeven:
- Het berekende olievermogen wordt weergegeven.
3 Waarde in het menu
- Het menu
metingen
G.2.7 m/s
Er moet een pitot buis aangesloten zijn. De aansluitingskabel van het thermo-element
van de pitot buis moet aan de voelerstekker van het toestel aangesloten worden.
Voor een correcte meting van luchtsnelheid, volumestroom en massastroom uit te voe-
ren is het noodzakelijk de paramaters doorsnede, oppervlak, pitotfactor en correctiefac-
tor in te stellen, zie meetlocatie, pag. 23.
Niet langer dan 5min meten, aangezien de meetwaarden door een drift van de druk-
sensor buiten de tolerantiegrenzen kunnen liggen.
Functie oproepen:
metingen
Meting uitvoeren:
1 Meting starten:
- Druk-nulling (5s).
2 De pitotbuis in het kanaal positioneren. Het display met de gemeten luchtsnelheid-
waarden (snelheid) helpt bij het positioneren van de sonde.
- De meetwaarden worden weergegeven.
3 Meting beïndigen:
- De meetwaarden worden opgeslagen.
Optie:
Meetwaarden printen:
4 Meetwaarden overnemen:
- Het menu
metingen
is enkel beschikbaar wanneer de geactiveerde brandstof olie is.
OK
oliedebiet
wijzig
debiet
wijzig
oliedruk
overnemen:
rookgas
wordt geopend.
OK
m/s
Start
.
Stop
.
Print
.
.
OK
wordt geopend.
.
OK
waarde ingeven
waarde ingeven
OK, waarde overnemen
OK
.
OK
.
OK
.
OK
.