34
34
gevaarlijke gassen
vergiftigingsgevaar!
Nakalibraties met lage gasconcentraties kunnen afwijkingen veroorzaken in de hoge-
re meetbereiken.
De sensorbescherming is bij de nakalibratie niet gedesactiveerd. De proefgas-con-
centratie moet daarom ook lager zijn dan de ingestelde grenswaarde voor de sensor-
bescherming.
De nakalibratie van de meetcel op plaats 2 heeft een invloed op de verdunning: voer
daarom een nakalibratie van de meetgrootheid steeds uit vóór een nakalibratie van
de verdunning.
Bij een nakalibratie dient rekening gehouden te worden met het volgende:
· absorptievrij slangmateriaal gebruiken
· het meetapparaat minstens 20min vóór de nakalibratie starten (opwarming)
· de gasnulling steeds in de frisse lucht doorvoeren
· gebruik de kalibratieadapter (0554 1205) of de sondespits voor het aanvoeren van het
proefgas
· de maximale overdruk van het proefgas bedraagt 30hPa (aanbevolen: drukvrij via
bypass)
· het proefgas minstens 3 min. aanvoeren
1
Nakalibratie
- eventueel: gasnulling (30s)
2 meetgrootheid selecteren
3 meetcel van proefgas voorzien
4 kalibratie starten:
indien de meetgrootheid geselecteerd werd, waarvan de meetcel zich bevindt op
meetcel-plaats 2:
- er wordt gevraagd of de verdunning moet genuld worden.
nakalibratie van de meetgrootheid starten:
nakalibratie van de verdunning starten:
5 gewenste waarde overnemen, zodra de werkelijke waarde stabiel is:
neem veiligheidsmaatregelen bij het gebruik met proefgas
proefgas mag enkel gebruikt worden in goed verluchte ruimtes
OK
Start
proefgasconcentratie (gewenste waarde)
wijzig
Nee
Ja
.
Start
Start
.
OK
.