Aanwijzingen: Installeren, hydraulisch
2.3 Aanwijzingen voor installatie aan de zuigzijde
Bochtstukken
Afb. 4: Bochtstukken
Lengte zuigleiding
P_MAZ_0057_SW
Afb. 5: Lengte zuigleiding
Hoogteverschil, zuigzijde
P_MAZ_002_SW
Afb. 6: Hoogteverschil, zuigzijde
Bij verontreinigingen in het doseermedium
Afb. 7: Bij verontreinigingen in het doseer‐
medium
8
Voor bochten in de leidingen altijd bochtstukken gebruiken, dus geen
n
hoekstukken.
P_MAZ_0027_SW
Zorg ervoor dat de zuigleiding zo kort mogelijk is.
n
Hoogte h (zie afbeelding) mag alleen kleiner dan of gelijk aan de zuig‐
n
hoogte van de pomp P gedeeld door de dichtheid rho van het doseer‐
medium zijn:
h (in m)≤ P (in mwk) / rho (in g/cm
Bepaal de hoogte h - zie afbeelding - en de diameter van de zuiglei‐
n
ding zodanig dat de bij het zuigen ontstane onderdruk niet gelijk wordt
h
aan de dampdruk van het doseermedium (cavitatie!).
Dit wordt in extreme gevallen duidelijk door het afbreken van de vloei‐
stofkolom of door onvolledige terugslag.
Installeer bijv. een vuilvanger (maaswijdte 100 - 400 μm, afhankelijk
n
van het doseermedium en het type doseerpomp).
Sluit de zuigleiding altijd iets boven de bodem van de tank resp.
n
boven eventueel bezinksel aan.
Bij doseermedia met verontreinigingen of bezinksel moet het voetven‐
n
tiel op voldoende hoogte boven de bodem van de tank resp. boven
eventueel bezinksel hangen; zie Afb. 6.
P_MAZ_0003_SW
3
)