2-1. Definities voor de waarschuwingslabels
A
HOOFDSTUK 2 − DEFINITIES
B
C
A. Waarschuwing! Pas op! Kans op gevaar
zoals door de symbolen wordt aangegeven.
B. Aandrijfrollen kunnen de vingers verwonden.
C. De lasdraad en de onderdelen van de
aandrijving staan tijdens het lassen op
lasspanning − houd handen en metalen
objecten uit de buurt ervan.
1
Elektrische schokken kunnen dodelijk zijn.
1.1 Draag droge, geïsoleerde handschoenen.
De elektrode niet met de blote hand
aanraken. Geen natte of kapotte
handschoenen dragen.
1.2 Bescherm uzelf tegen elektrische schokken
door uzelf te isoleren van het werk en de
aarde.
1.3 Haal de stekker van de machine uit het
stopcontact of zet de machine af, voordat
u aan de machine gaat werken.
2
Het inademen van lasdampen kan gevaarlijk
zijn voor uw gezondheid.
2.1 Zorg ervoor dat u niet in de rook staat.
2.2 Gebruik actieve ventilatie of een
afvoersysteem om de dampen van de
werkplek af te voeren.
2.3 Gebruik een ventilator om de dampen af te
voeren.
3
Lasvonken kunnen ontploffingen of brand
veroorzaken.
3.1 Houd brandbare stoffen uit de buurt van
het laswerk. Niet lassen in de buurt van
brandbare stoffen.
3.2 Lasvonken kunnen brand veroorzaken. Zorg
?
dat er een brandblusapparaat in de buurt is
en dat er een toezichthouder is die klaarstaat
om deze te gebruiken.
3.3 Niet op vaten of dichte containers e.d.
lassen.
4
De stralen uit de boog kunnen ogen en
huid verbranden.
4.1 Draag een hoofddeksel en een
veiligheidsbril. Bescherm uw oren en
knoop de kraag van uw overhemd dicht.
Gebruik een lashelm met de juiste
filtersterkte. Draag bescherming voor uw
hele lichaam.
5
Zorg dat u geoefend raakt en lees de
aanwijzingen, voordat u aan de machine
gaat werken of gaat lassen.
6
Verwijder het label niet; verf het ook niet
178936-B
over en dek het niet af.
OM-216 655 Pagina 7