3.
Kies <
4.
Stel het flitsvermogen in.
Duw de joystick naar links of rechts of draai aan <
flitsvermogen in te stellen, en duw de joystick vervolgens verticaal.
Wanneer u de ontspanknop van de camera half indrukt, ziet u een
indicatie van de opnameafstand (1) en de diafragmawaarde (2).
Opmerking
Als hogesnelheidssynchronisatie of draadloze optische transmissie is ingesteld, is
het instelbereik van de flitseroutput 1/1 tot 1/128.
Zie
„Technische
gegevens" voor meer informatie over richtgetallen bij handmatig
flitsen.
U kunt het flitsvermogen instellen door direct aan <
selecteren van <
> met behulp van de joystick.
> met de joystick (C.Fn-13).
73
> om het
> te draaien zonder