E-TTL II- / E-TTL Automatisch flitsen met
Opnamestand
Automatische zoomondersteuning voor Beeldsensorformaat
Overdracht kleurtemperatuurinformatie
AF-hulplicht
Stel de opnamestand in op <
<
> (flexibele AE) of <
E-TTL II / E-TTL autoflits voor iedere opnamestand.
Selecteer deze stand wanneer u de sluitertijd handmatig wilt instellen. Vervolgens kiest de
camera bij deze sluitertijd automatisch het juiste diafragma voor standaardbelichting van het
onderwerp, gebaseerd op de meting van de camera.
Als de diafragmawaarde knippert, betekent dit dat de achtergrond onderbelicht of
overbelicht zal zijn. Pas de sluitertijd aan tot de diafragmawaarde niet meer knippert.
Selecteer deze stand als u het diafragma handmatig wilt instellen.
Vervolgens kiest de camera bij dit diafragma automatisch de juiste sluitertijd voor
standaardbelichting van het onderwerp, gebaseerd op de meting van de camera.
Omdat een lange sluitertijd wordt gebruikt bij opnamen wanneer weinig licht beschikbaar
is, adviseren wij u een statief te gebruiken.
Als de sluitertijd knippert, betekent dit dat de achtergrond onderbelicht of overbelicht zal
zijn. Pas de diafragmawaarde aan tot de sluitertijd niet meer knippert.
Iedere sluitertijd of diafragmawaarde kan worden ingesteld.
Als de diafragmawaarde knippert bij een sluitertijdinstelling, wijzig de sluitertijd dan
zodat de daifragmawaarde gaat branden.
Als de sluitertijd knippert bij de ingestelde diafragmawaarde, wijzig de diafragmawaarde
dan zodat de sluitertijd gaat branden.
Selecteer deze stand als u zowel de sluitertijd als de diafragmawaarde handmatig wilt
instellen.
Het flitslicht zorgt voor standaardbelichting van het onderwerp. De belichting van de
achtergrond wordt verkregen met de combinatie van sluitertijd en diafragma die u instelt.
* Als u gebruikt maakt van de opnamestand <
als bij gebruik van de stand <
> (sluiterprioriteit AE) <
> (handmatige belichting), en u kunt gebruik maken van
> (Program AE).
42
> (diafragmaprioriteit AE),
> of <
>, zal het resultaat hetzelfde zijn