6.3. Externe ontgrendeling (optioneel)
Als de installatie met een externe ontgrendeling is uitgerust,
moet het kabeltje op zijn plaats worden gezet alvorens met het
installeren te beginnen:
1) Ontgrendel de geleideslede (zie par. 7.4. punt 3) en schuif
hem over het gat op de bovenkant van de geleiderail.
2) Steek het uiteinde van het kabeltje in de speciale rode
aansluiting (Fig. 10).
3) Schuif de geleideslede achteruit richting de aandrijfkoppeling
tot het gat in de geleideslede samenvalt met dit gat, en
steek het kabeltje er, zonder isolatie, in (Fig. 11).
4) Trek het kabeltje helemaal uit de onderkant van de
geleideslede.
5) Wikkel het kabeltje op om te voorkomen dat hij in de weg
zit bij het installeren van de geleiderail.
7. INSTALLATIE
- Om in veiligheid te werken wordt aangeraden de
aandrijving te installeren met de deur helemaal
dicht.
- Gebruik alle voorziene bevestigingspunten.
- De bevestigingssystemen moeten geschikt zijn voor
het soort steun, en stevig genoeg zijn.
- Bescherm uw gezicht en handen tijdens het gaten
boren.
- Lees dit hele hoofdstuk door alvorens met het
installeren te beginnen.
7.1. Geleiderail
Als alle assemblagehandelingen vooraf zijn verricht, kan met
het installeren van de geleiderail worden begonnen door te
handelen zoals hieronder beschreven:
1) Trek een streep op de latei ter hoogte van de verticale
middellijn van de deur (Fig 12).
2) Trek een horizontale streep op de latei op de maximale
hoogte die de deur tijdens de beweging bereikt (zie Fig.
4).
3) Zet de bevestigingsbeugel van de bevestiging aan de voorkant
met de onderste rand minstens 5 mm boven het kruispunt
van de strepen en gecentreerd op de verticale streep
(Fig. 12). Zie ook paragraaf 7.2 voor de correcte plaatsing
van de beugel ten opzichte van het bevestigingspunt op
de deur.
4) Markeer de twee bevestigingspunten.
5) Boor vervolgens de gaten en monteer de bevestigingspunten
met behulp van de schroeven (ref.
bijgeleverd.
6) Zet de geleiderail op de grond, haaks op de deur.
7) Licht de rail op aan de bevestiging aan de voorkant en
bevestig deze aan de bevestigingsbeugel met de schroef
die er doorheen wordt gestoken, en de moer (Fig. 13).
Fig. 10
Fig. 11
7
Fig. 12) NIET
Fig. 12
Fig. 13