(1) Als de impuls aanhoudt wordt het sluiten verhinderd.
(2) Als de impuls aanhoudt wordt het sluiten en/of
openen verhinderd.
Als tijdens de openingsmanoeuvre de
beknellingsbeveiliging ingrijpt, wordt de beweging
onmiddellijk gestopt. Als dit gebeurt tijdens de
sluitingsmanoeuvre, wordt de deur weer geopend.
Als tijdens het sluiten drie keer achter elkaar een obstakel op
dezelfde plaats wordt gedetecteerd, beschouwt het
automatische systeem deze waarde als de nieuwe aanslag
voor het sluiten, en gaat over op de gesloten stand. Om de
correcte posities te herstellen moet het obstakel worden
verwijderd en het commando voor een nieuwe cyclus worden
gegeven: als de deur vervolgens wordt gesloten, zal het
automatische systeem vertraagd bewegen tot de aanslag is
gedetecteerd.
9. VERLICHTING
- De verlichting blijft 2 minuten lang aan vanaf het moment dat
de manoeuvre is voltooid (kan niet worden gewijzigd).
Fig. 26
ANDERE VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN
10. AANSLUITINGEN
LET OP: Alvorens een willekeurige ingreep op de kaart uit te voeren
(aansluitingen, onderhoud) moet altijd de stroomvoorziening
worden losgekoppeld.
- Gebruik, om iedere elektrische storing te voorkomen, gescheiden
beschermingsmantels voor de netvoeding, de signalen en
de accessoires.
- De aandrijving D1000 heeft een kabel met tweepolige stekker
voor een voeding van 230 Vac.
- Om externe bedieningsinstrumenten, veiligheidsvoorzieningen
en signalen aan te sluiten moet het dekplaatje worden ingedrukt
(Fig. 26 ref.
- Om de veiligheidslijst aan te sluiten (zie par. 18,3), moet het
dekplaatje worden ingedrukt (Fig. 26 ref.
- Sluit de elektriciteitsverbindingen aan overeenkomstig Fig.
27.
Als de ingang STOP niet wordt gebruikt, moet de
ingang worden overbrugd met de klem
Als geen fotocellen worden gebruikt, moet de ingang
FSW op klem -TX FSW worden aangesloten.
Leds status ingangen:
LD
Betekenis
1
Status ingang OPEN
2
Status ingang STOP
3
Status ingang FSW
Voor iedere ingang is vetgedrukt de status weergegeven
voor als het automatische systeem stilstaat en in de
ruststand staat.
OPEN A
STOP
11
).
Uit
Niet actief
Actief
Veiligheidsvoorzieningen
Veiligheidsvoorzieningen vrij
ingeschakeld
).
.
Aan
Actief
Niet actief
Fig. 27