Inhoudsopgave
Advertenties
SYSTEEMINSTEL.
4. ETHERNET DRIVER
1. DETECTEER
AUTOMATISCH
HANDMATIG
1. DUPLEX
2. TYPE
ETHERNET
5. IP ADRES BEKIJKEN
1. IP ADRES
2. SUBNET MASK
3. GATEWAY ADRES
6. STARTTIJD INST.
Hiermee geeft u het type netwerkverbinding op.
Hiermee selecteert u de detectiemethode van het
Ethernet-stuurprogramma.
Hiermee kan het apparaat automatisch de
communicatiemodus (Half duplex/Full duplex) en het
Ethernet-type (10Base-T/100Base-TX) bepalen.
Hiermee stelt u de communicatiemodus en het
Ethernet-type handmatig in.
Hiermee selecteert u de communicatiemodus.
– HALF DUPLEX
– FULL DUPLEX
Hiermee selecteert u het type Ethernet.
– 10 BASE-T
– 100 BASE-TX
Hiermee controleert u de actieve netwerkinstellingen.
Hiermee controleert u het IP-adres.
Hiermee controleert u het subnetmasker.
Hiermee controleert u het gateway-adres.
Hiermee stelt u de hoeveelheid tijd in waarmee de start van
de netwerkcommunicatie voor het apparaat moet worden
uitgesteld (0-300 sec.).
13-36
Advertenties
Inhoudsopgave
