STANDAARD INSTEL.
2. FOUTSIGNAAL
3. TX GEREED
SIGNAAL*
4. RX GEREED
SIGNAAL*
5. SCAN.GEREED SIGN.
6. AFDR.GEREED SIGN.
4. TONERBESPARING
5. PRINTERDENSITEIT
Er klinkt een pieptoon als zich een fout voordoet,
bijvoorbeeld een papierstoring.
– AAN (1-3)
– UIT
Er klinkt een pieptoon als een fax wordt verzonden.
– ALLEEN FOUT (1-3)
– UIT
– AAN (1-3)
Er klinkt een pieptoon als een fax wordt ontvangen.
– ALLEEN FOUT (1-3)
– UIT
– AAN (1-3)
Er klinkt een pieptoon als het scannen is voltooid.
– ALLEEN FOUT (1-3)
– UIT
– AAN (1-3)
Er klinkt een pieptoon als het afdrukken is voltooid.
– ALLEEN FOUT (1-3)
– UIT
– AAN (1-3)
Hiermee bepaalt u of op het verbruik van toner wordt
bespaard.
– UIT
– AAN
Hiermee berekent u de contrastniveaus opnieuw als de
afbeelding in het document afwijkt van de afgedrukte
afbeelding. (1-9)
13-6