SYSTEEMINSTEL.
2. SNMP INSTELLINGEN
1. GEBRUIK SNMP
2. COMMUNITY
NAAM 1
3. COMMUNITY
NAAM 2
4. SNMP
BESCHRIJFB.1
5. SNMP
BESCHRIJFB.2
3. SPECIALE POORT
13-35
Hiermee stelt u gedetailleerde informatie in over SNMP.
Hiermee stelt u in of u SNMP wilt activeren.
– AAN (POORTNR.)
– UIT
Hiermee stelt u SNMP-communitynaam 1 in.
Hiermee stelt u SNMP-communitynaam 2 in.
Hiermee kunnen computers in het netwerk toegang krijgen
tot het apparaat en de instellingen van het apparaat
wijzigen.
– AAN
– UIT
Hiermee kunnen computers in het netwerk toegang krijgen
tot het apparaat en de instellingen van het apparaat
wijzigen.
– UIT
– AAN
Hiermee kunt u gedetailleerde informatie over het apparaat
instellen of opzoeken met een printerstuurprogramma of
hulpprogramma van Canon.
– AAN
– UIT