SYSTEEMINSTEL.
3. SCAN
1. BEPERK Z/W
SCAN
2. SCANLIMIET
4. PRINT
1. BEPERK
AFDRUKKEN
2. AFDRUK-
LIMIET
3. WISSEN
2. PAGINATOTALEN
1. TOTALEN
BEKIJKEN
1. PRINTTOTAAL
2. KOPIE
3. SCAN
4. PRINT
13-31
Hiermee stelt u de paginalimiet voor scannen in.
Hiermee stelt u in of u de paginalimiet voor scannen wilt
activeren.
– UIT
– AAN
Hiermee stelt de paginalimiet voor scannen in. (0-999.999)
Hiermee stelt u de paginalimiet voor afdrukken in.
Hiermee stelt u in of u de paginalimiet voor afdrukken
wilt activeren.
– UIT
– AAN
Hiermee stelt de paginalimiet voor alle afdrukken in.
(0-999.999)
Hiermee wist u de geselecteerde afdelings-ID en alle
bijbehorende instellingen.
– UIT
– AAN
Hiermee kunt u de uitvoer van alle afdelingen controleren
en afdrukken.
Hiermee controleert u de tellerinformatie.
Hiermee controleert u de tellerinformatie voor het totale
aantal afdrukken.
Hiermee controleert u de tellerinformatie voor kopiëren.
Hiermee controleert u de tellerinformatie voor scannen.
Hiermee controleert u de tellerinformatie voor afdrukken.