Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Pulsregeling - Miller Dynasty 280 Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Dynasty 280:
Inhoudsopgave

Advertenties

15-2. Pulsregeling

Instelling percentage
(%) piektijd
Piek 50 %/achtergrond 50 %
In balans 50 %
Meer tijd bij
(80%)
piekstroomsterkte
Meer tijd bij
(20%)
grondstroomsterkte
3
1
4
Golfvormen van de puls
uitgangsspanning
PPS
Piekstroom
Grondstroom
1
Pulsregeling
Het pulsen is beschikbaar tijdens het TIG-proces. Het pulsen
kan tijdens het lassen worden bijgesteld.
2
Druk op de toets om het pulsen in te schakelen.
ON − Als deze led brandt is de pulsfunctie ingeschakeld.
Druk op de toets tot de gewenste parameter-led brandt.
Om de pulsfunctie uit te schakelen drukt u kort op de toets totdat
de Aan-led uit gaat.
2
Codeerinstelling (waarde instellen)
3
Ampèremeter (toont waarde)
Zie hoofdstuk 6-2 of 8-2 voor alle pulsparameterbereiken.
PPS − Pulsfrequentie of pulsen per seconde is het aantal
pulscycli per seconde. De pulsfrequentie vermindert de
warmtetoevoer en de werkstukvervorming en zorgt voor een
fraaiere las. Bij een hogere PPS-instelling is er minder
rimpeleffect, een smallere lasrups en meer koeling. Bij een lage
PPS-instelling is de puls trager en wordt de lasrups breder.
Een trage puls helpt bij het in beweging brengen van het lasbad
zodat opgesloten gas kan vrijkomen en er minder poreusheid
optreedt (nuttig bij het lassen van aluminium). Sommige
beginners gebruiken een lagere pulswaarde (2 − 4 pps) om de
toevoer van vulmateriaal beter te kunnen controleren.
Een ervaren lasser kan de PPS-instelling veel hoger zetten,
afhankelijk van de persoonlijke voorkeur en van wat ze proberen
te bereiken.
PEAK t (piektijd) − De piektijd is het percentage van de tijd in elke
pulscyclus
op
piekstroomsterkte
De piekstroomsterkte wordt ingesteld met de stroomregelknop
(zie hoofdstuk 8-1). Bij één puls per seconde en een
piektijdinstelling van 50 % is er een halve seconde
de piekstroom aanwezig en de andere halve seconde de
grondstroom. Een langere piektijd verlengt de piekstroomtijd en
verhoogt de warmtetoevoer naar het werkstuk. Een goed
startpunt voor de piektijd is ongeveer 50 - 60 %. Om een goede
verhouding te vinden moet men wat experimenteren; het
streven is om de warmtetoevoer naar het werkstuk te
verminderen en de las fraaier te maken.
BKGND A - De grondstroom wordt ingesteld als percentage
van de piekstroom. Als de piekstroom wordt ingesteld op 200 en
de grondstroom op 50 %, dan is de grondstroom 100 A als het
apparaat pulseert op de grondzijde van de cyclus. Een lagere
grondstroom vermindert de warmtetoevoer. Het verhogen
of verlagen van de grondstroom verhoogt of verlaagt
de gemiddelde stroom. Dit helpt bij het bepalen van de
vloeibaarheid van het lasbad op de grondzijde van de
pulscyclus. Algemeen gesproken wilt u dat uw lasbad ongeveer
half zo groot wordt maar toch vloeibaar blijft. Stel als eerste
de grondstroom in op ongeveer 20 - 30 % voor roestvrij staal
en koolstofstaal
en
op
aluminiumlegeringen.
4
Golfvormen van de puls-uitgangsspanning
Het voorbeeld laat zien wat het effect is op de puls-golfvorm
als de piektijd wordt veranderd.
Toepassing:
Het pulsen is het wisselend verhogen en verlagen van de
lasuitgangsspanning met een specifieke waarde. De verhoogde
gedeeltes van de lasuitgangsspanning worden geregeld qua
breedte, hoogte en frequentie. Dit vormt pulsen van
lasuitgangsspanning. Deze pulsen en het lagere stroom
ertussen (de 'grondstroom') verwarmen en koelen het lasbad
afwisselend. Door de gecombineerde effecten kan de lasser de
penetratie, lasrupsbreedte, kroonvorming, randinkarteling en de
warmtetoevoer beter regelen. U kunt de instellingen tijdens het
lassen wijzigen.
Pulsen kan ook worden gebruikt voor het trainen met
toevoegmateriaal.
.
De functie is ingeschakeld als de led brandt
(hoofdstroom).
ongeveer
35
-
50
%
voor
OM−253086 Pagina 69

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Maxstar 280

Inhoudsopgave