[ARC] [T/CY] Boogtimer: monitort uren, minuten en cycli van boog-aanwezig. Draai aan de regelknop om deze verschillende elementen
te bekijken. Om te resetten draait u de regelknop tot [RESET] [YES] wordt weergegeven. Druk op de Menutoets om [RESET] [Done] weer
te geven. De displays gaan naar [000] [000].
[ERR] [LOG] Foutenlogboek: Te gebruiken voor het bekijken van de laatste acht opgeslagen foutgebeurtenissen. Elk gebeurtenis kan
meerdere foutcodes omvatten. Zie Hoofdstuk 10-3.
[SLEP] Sleeptimer: Schakelt de stoom uit als het apparaat langer dan de geprogrammeerd inactieve tijd niet gewerkt heeft. Druk op de
stand-by-toets om de machine in te schakelen. Om de tijd in te stellen of te wijzigen verdraait u de regelknop naar de gewenste tijd. Timerbereik:
1, 5, 10, 20, 30, 45 minuten of één uur.
[STUC] Stick Stuck: Detecteert of de elektrode is vastgeplakt of kortsluiting maakt met het werkstuk. Schakelt de lasuitgangsspanning uit
als hulp bij het losmaken van de elektrode. Draai aan de regelknop om in te schakelen. Niet aanbevolen voor lucht-koolstofboog of grote
diameter elektroden.
[OCV] Open lasspanning: Hiermee kan de gebruiker kiezen tussen normale (NORM) en lage open lasspanning. Laag vermindert de
open lasspanning naar tussen 8 en 15 volt. Draai aan de regelknop om deze optie te kiezen.
.
Optioneel − OCV kan worden geselecteerd wanneer ook het V−Sense−aanvoerproces (DC MIG) van toepassing is.
[LAS] [TMRS] Lastimers: [ON] schakelt de functie in en [OFF] schakelt de functie uit. Zie hoofdstuk 9-3 voor informatie over de instelling
van lastimers. Lastimers werken met of zonder de sequencer-functie.
[COOL] Koelerhulpvoeding (Optioneel): U kunt kiezen uit [OFF], [ON] (alleen op andere dan CE−modellen) en [AUTO]. Met [OFF] wordt
de voeding naar de stekkerdoos uitgeschakeld. Met [ON] wordt de voeding naar de stekkerdoos ingeschakeld. Met [AUTO] krijgt de
stekkerdoos voeding wanneer het TIG−proces actief is.
[LOCK]: Beperkt de gebruikerbediening en de instelbaarheid van de machine. Zie hoofdstuk 9-5 voor instructies en gebruik.
[METR] Meterinformatie tijdens het lassen en ingestelde stroomsterkte, met pulser ingeschakeld, meters kunnen worden ingesteld om het
volgende weer te geven:
[V/A] − Lassen: gemiddelde spanning en stroomsterkte
Ingesteld: piekstroom
[UIT] − Lassen: [PULS] [LASSEN]
Ingesteld: piekstroom
[AVG] − Lassen: gemiddelde spanning en stroomsterkte
Ingesteld: gemiddelde stroomsterkte
[EXPC] Externe pulsregel-besturingen: Schakel dit in als het apparaat bestuurd moet worden vanuit een externe bron. Als de
besturingen zijn ingeschakeld komt een stuurspanning van 0− 10 volt gelijkstroom overeen met uit - 280 ampère.
[MACH] [RESET] Apparaat-reset: Zet alle machinewaarden terug op de fabrieksinstellingen. Om te resetten draait u de regelknop naar
[RESET] [YES]. Druk vervolgens op de Stroomtoets. Als de reset is voltooid en de fabrieksinstellingen zijn hersteld wordt [RESET]
[DONE] weergegeven.
[SOFT] [WARE] Softwarenummer: Softwarenummer en revisie zullen worden weergegeven.
[SERL] [NUM] Serienummer: Als het weergegeven serienummer niet overeenkomt met het serienummer van machine neemt u contact
op met een door de fabriek geautoriseerde servicemedewerker. Zie Hoofdstuk 10-3.
.
Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.millerwelds.com
OM−253086 Pagina 51