5. Bij kinderen en mensen met een beperking moet altijd worden toegezien op een correct gebruik. Het
toestel bevat kleine onderdelen die verstikkingsgevaar kunnen opleveren. Let erop dat u kinderen niet
zonder toezicht achterlaat met het hoortoestel.
6. Hoortoestellen mogen alleen gebruikt worden als ze zijn ingesteld door uw audicien. Gebruik met sterk
afwijkende instellingen kan mogelijk tot extra gehoorverlies leiden.
7.
Waarschuwing voor audiciens: Bij hoortoestellen waarvan het maximum geluidsniveau 132dB SPL
overschrijdt (gemeten met een oorsimulator volgens IEC 60711:1981), dient extra zorgvuldigheid in
acht te worden genomen bij het aanpassen. Het risico bestaat dat het gehoor anders nog verder
beschadigd raakt.
8. Als u gaat vliegen, vergeet dan niet de vliegtuigmodus in te schakelen (die ervoor zorgt dat draadloze
modus is uitgeschakeld). Schakel de draadloze functionaliteit uit door de vliegtuigmodus te gebruiken
in ruimten waar het uitstralen van radiofrequentie verboden is.
9. Gebruik het toestel niet als het kapot is.
10. Externe apparatuur die is aangesloten op het elektriciteitsnet en de geluidsbron dient te voldoen aan
de veiligheidsvoorschriften IEC 60601-1-1, IEC 60065 of IEC 60950-1, als deze van toepassing zijn
(bedrade aansluitingen, bijvoorbeeld HI-PRO, SpeedLink).
i
Opmerking:
* ReSound draadloze toestellen werken tussen de frequenties 2.4 GHz - 2.48 GHz.
ReSound draadloze toestellen bevatten een RF transmitter die werkt tussen de fequenties 2.4 GHz - 2.48
GHz.
* Gebruik voor de draadloze functionaliteit alleen de ReSound Unite accessoires. Raadpleeg voor verdere
informatie over bijvoorbeeld pairen de handleiding van de betreffende Resound Unite accessoire.
40