54
Water, gas en elektrische installatie
12V-aansluitingen
1
12V-aansluiting
12V-aansluitingen bevinden zich op de volgende
plaatsen in het voertuig:
in de middenconsole boven het display van de
R
centrale bedieningseenheid
in de rechter zijbekleding achter
R
in de rechter zijbekleding naast de laadruim‐
R
tedeur
Een contactdoos kan worden gebruikt voor
12V‑accessoires tot maximaal 120 W. De contact‐
doos werkt alleen wanneer het contact is inge‐
schakeld.
%
Als het contact is ingeschakeld terwijl de
motor niet is gestart (stand 2), kunnen ver‐
bruikers de startaccu diep ontladen en start
de motor niet meer.
Usb-aansluitingen
Het voertuig beschikt over vier extra usb-aanslui‐
tingen:
Twee achter de chauffeursstoel aan de voor‐
R
zijde van het keukenblok
Twee op het dakframe aan de voorzijde van
R
het uitzetdak
1
%
De usb-aansluitingen beschikken ieder over
een usb-C- en een usb-A-aansluiting.
Via een usb-aansluiting kunnen verbruikers met
een usb-aansluitkabel worden opgeladen. Voor‐
dat u het uitzetdak sluit, de verbruikers van de
usb-aansluiting in het uitzetdak losmaken.
%
De usb-aansluitingen worden gevoed via het
230V- en het 12V-boordnet.
230V-aansluitingen
De 230V-aansluiting
1
chauffeursstoel aan de voorzijde van het keuken‐
blok.
Wanneer de 230V-netaansluiting tot stand is
gebracht en de aardlekschakelaar is ingeschakeld
(
pagina 55), is de 230V-aansluiting klaar
/
voor gebruik (
pagina 55).
/
%
De 230V-aansluiting is voorzien van een kin‐
derbeveiliging. Bij het aansluiten van een
stekker is een geringe weerstand merkbaar.
bevindt zich achter de