Inhoudsopgave
Advertenties
40
Klimaatregeling
Standverwarming (extra luchtverwarming)
Aanwijzingen met betrekking tot de standver‐
warming
& GEVAAR Levensgevaar door giftige uit‐
laatgassen
Wanneer de uitlaateindpijp geblokkeerd is of
geen voldoende ventilatie mogelijk is, kunnen
giftige uitlaatgassen, in het bijzonder koolmo‐
noxide, het interieur binnendringen. Dat is bij‐
voorbeeld in gesloten ruimtes het geval, of als
het voertuig in de sneeuw vastzit.
In gesloten ruimtes zonder afzuiginstal‐
#
latie de standverwarming uitschakelen,
bijvoorbeeld in de garage.
Als de motor draait of als de extra ver‐
#
warming is ingeschakeld, de uitlaateind‐
pijp en de omgeving van het voertuig
sneeuwvrij houden.
Aan de luwzijde van het voertuig een
#
deur of een dakluik openen, om vol‐
doende buitenlucht in het interieur te
laten komen.
& GEVAAR Levensgevaar door parkeren
van het voertuig op ongeschikte plaatsen
bij vooraf ingestelde inschakeltijd voor de
standverwarming
Wanneer geen toereikende ventilatie gewaar‐
borgd is, kunnen zich giftige uitlaatgassen
verzamelen.
Wanneer licht ontvlambare stoffen of brand‐
bare materialen in de buurt zijn, bestaat
brand‑ en explosiegevaar!
Wanneer het voertuig onder deze of ver‐
#
gelijkbare omstandigheden wordt gepar‐
keerd, altijd de vooraf ingestelde inscha‐
keltijden deactiveren.
& GEVAAR Levensgevaar bij ingeschakelde
standverwarming door uitlaatgassen in
de voortent
Wanneer de standverwarming wordt inge‐
schakeld als een voortent is aangebracht,
kunnen uitlaatgassen in de voortent geraken.
De standverwarming altijd uitschakelen
#
als zich personen in de voortent bevin‐
den.
& WAARSCHUWING Brandgevaar door
hete onderdelen van de standverwarming
en uitlaatgassen
Brandbaar materiaal, bijvoorbeeld bladeren,
gras of takken, kunnen ontsteken.
Als de standverwarming is ingeschakeld
#
ervoor zorgen dat:
hete onderdelen van de auto niet in
R
contact komen met brandbaar mate‐
riaal.
de uitlaatgassen ongehinderd via de
R
uitlaateindpijp van de standverwar‐
ming naar buiten kunnen treden.
de uitlaatgassen niet met brandbaar
R
materiaal in aanraking komen.
& WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐
wonden door onvoldoende afstand tot de
uitstroomopening van de standverwar‐
ming
Met de standverwarming ingeschakeld kan uit
de uitstroomopening aan de achterzijde van
de stoelconsole van de chauffeursstoel zeer
warme lucht stromen.
Daardoor kunnen in de directe omgeving van
de uitstroomopening verbrandingsverschijn‐
selen optreden.
Alle inzittenden moeten voldoende
#
afstand tot de uitstroomopening in acht
nemen; dit controleren.
* AANWIJZING Accu-ontlading door
gebruik van de standverwarming-ventila‐
tie
Het gebruik van de standverwarming-ventila‐
tie belast de accu.
Uiterlijk na tweemaal verwarmen of ven‐
#
tileren van de auto een langere afstand
rijden.
* AANWIJZING Beschadiging van de extra
verwarming
De extra verwarming kan schade oplopen als
deze langere tijd niet wordt gebruikt.
De extra verwarming ten minste een
#
keer per maand gedurende ongeveer
tien minuten inschakelen.
Advertenties
Inhoudsopgave
