20 21
19 18 17
13
14 15 16
13)
Starttoets
Voor het starten van mastercreatie of afdrukken of het
uitvoeren van de ingestelde bewerkingen.
De toets wordt alleen gemarkeerd als deze actief is.
14)
Toets proefkopie ( p.64)
Voor het controleren van het afdrukresultaat na het bijs-
tellen van bijvoorbeeld de afdrukpositie.
Hiermee drukt u testkopieën af, zonder de waarde van
de afdrukhoeveelheid te wijzigen.
15)
Stoptoets
Voor het stoppen van de lopende bewerking. Tijdens het
maken van de master stopt de machine niet voordat dit
proces is voltooid.
16)
Resettoets
Voor het herstellen van de standaardinstellingen.
17)
Activeringstoets
Voor het opheffen van de spaarstand van de machine.
18)
Toets automatische verwerking ( p.50)
Voor een continu proces van mastercreatie en
afdrukken. De functie is actief als het indicatorlampje
naast de toets brandt.
19)
Afdruktoets
Zorgt dat de machine gereed is voor afdrukken.
20)
Toets voor mastercreatie
Zorgt dat de machine gereed is voor het maken van
masters.
21)
Voortgangspijlen
Voor het aangeven van de voortgang van mastercreatie
en afdrukken.
1
2
3
4
Gereed voor maken master (automatisch aan): als 1
knippert
Gereed voor maken master: als 1,2 knipperen
Gereed voor afdrukken: als 3,4 knipperen
De lampjes van de indicator gaan vanaf links één voor
één branden en geven daarmee de voortgang van de
huidige mastercreatie of afdruktaak weer.
• Als de mastercreatie of afdruktaak wordt gepauzeerd,
blijft de voortgangsbalk op dezelfde positie staan.
(Klaar voor hervatten)
Overzicht
1)
Indicator
mastercreatie
2)
Stopbalk
mastercreatie
3)
Afdrukindicator
4)
Stopbalk afdrukken
Bedieningspaneel
19