Geavanceerde functies
Afwijkende papierformaten registreren
[Aangep. papierdata]
Afwijkende papierformaten voert u vooraf in het geheugen in. Nadat u een papierformaat in het geheugen hebt
opgeslagen, kunt u dit oproepen met de toets [Papier] op het basisscherm voor mastercreatie.
U kunt maximaal 18 verschillende formaten invoeren. Eerder opgeslagen formaten kunt u wijzigen of verwijderen.
Belangrijk!:
• Afwijkende papierformaten moeten worden ingevoerd. Als u dit niet doet, kan het zijn dat het scannen niet goed
gebeurt.
Formaten invoeren en namen wijzigen
1
Druk voor elke modus op [Admin.]
op het basisscherm.
2
Druk op [OK].
3
Druk op [Systeem] of
[Aangep. papierdata] op het scherm
weer te geven.
102
Afwijkende papierformaten registreren [Aangep. papierdata]
4
Druk op [Aangep. papierdata].
5
Druk op een ongebruikte toets.
om
Toetsen die al aan een ander formaat zijn
toegewezen, zijn grijs.